28
NEDERLANDS
DENL
Netaansluiting
Het gebruik is slechts met een foutstroom-
schakelaar (RCD max. foutstroom van 30 mA)
toegestaan.
Uitsluitend op éénfase-wisselstroom en uitsluitend
op de op het typeplaatje aangegeven netspanning
aansluiten. Aansluiting is ook mogelijk op een
stekerdoos zonder aardcontact mogelijk, omdat het
is ontwerpen volgens veiligheidsklasse II.
Machine alleen uitgeschakeld aan het net aansluiten.
VEILIGHEIDSADVIEZEN Bladzuiger
Controleer voor het gebruik van het apparaat de
werkomgeving.
Verwijder harde voorwerpen zoals
stenen, glasscherven, draad etc. die bij het gebruik
van het apparaat weggeslingerd kunnen worden,
stuiteren of op een andere wijze letsels en schaden
kunnen veroorzaken.
Gebruik dit apparaat nooit, indien de juiste uitrus-
ting niet geplaatst is.
Gebruik voor uw persoonlijke
bescherming, om letsel te voorkomen, uitsluitend de
aanbevolen aanbouwapparaten.
Gebruik dit blaasapparaat niet in de buurt van
loopvuur of struikbranden, barbecues en open
haarden, tonnen met as etc.
Het juiste gebruik van
het blaasapparaat helpt de verspreiding van branden
te voorkomen.
Plaats geen voorwerpen in de blaasopening van
de blaasbuis. Let er op dat het te vegen materi-
aal niet op personen, dieren, glasruiten of vaste
objecten, zoals bomen, auto's, muren etc., wordt
geblazen.
Door de sterke luchtstroom kunnen
stenen, vuil of stokken weggeslingerd worden of
van de grond stuiteren en personen evenals dieren
verwonden, glasruiten laten barsten of nog andere
schaden veroorzaken.
Gebruik dit apparaat nooit om chemicaliën,
meststoffen of andere stoffen te versproeien.
Dit
voorkomt de verspreiding van giftig materiaal.
Houd kinderen en overige personen evenals dieren
tijdens het gebruik van het apparaat op afstand.
De minimale veiligheidsafstand bedraagt 5 m.
Draag geschikte werkkleding zoals vast schoeisel met
antislipzool, een robuuste lange broek, handschoe-
nen, een veiligheidsbril en gehoorbescherming!
Draag geen wijde kleding of sierraden. Houd het haar,
kleding en handschoenen ver van bewegende onder-
delen omdat deze door de bewegende onderdelen
gegrepen kunnen worden. Gebruik het apparaat niet,
indien u op blote voeten of in open sandalen loopt.
Wij adviseren het dragen van een mondkapje omdat
het tot stofvorming komt.
Tijdens werkzaamheden met het apparaat niet ren-
nen. Loop langzaam en met aandacht.
Zorg altijd voor een veilige werkpositie, in het bijzon-
der op hellingen.
Vermijd abnormale lichaamshoudingen. Zorg er altijd
voor dat u veilig staat en het evenwicht niet verliest.
Gebruik de bladblazer niet in de buurt van geopende
ramen.
Gebruik het apparaat niet bij slecht weer, vooral niet
bij onweergevaar.
De bladblazer nooit op personen, dieren of de gebru-
iker zelf richten.
Zorg bij het werken met de machine voor voldoende
verlichting, resp. voor goede lichtomstandigheden.
Behandel het netsnoer voorzichtig. Het netsnoer
aan de stekker uit de contactdoos trekken. Draag de
radio nooit aan het snoer. Bescherm het snoer tegen
hitte, olie, scherpe kanten en bewegende delen.
Beschadigd snoer direct vervangen. Beschadigde sno-
eren verhogen het risico op het elektrische schokken
en kunnen branden veroorzaken.
Wanneer een verlengsnoer wordt gebruikt, moet
deze geschikt zijn voor buitengebruik en de verbin-
ding tussen het netsnoer en het verlengsnoer moet
droog zijn en boven de grond liggen.
Schakel de motor uit en neem ook de netstekker uit,
als de machine niet wordt gebruikt, wordt verlaten
of instel-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
worden uitgevoerd.
Schakel het apparaat uit, indien het abnormaal begint
te vibreren.
Schakel het apparaat bij blokkering onmiddellijk uit
en trek de netstekker uit het stopcontact, voordat u
het voorwerp verwijderd.
Gevaarlijke bewegende delen niet aanraken,
voordat de machine van het stroomnet is
losgekoppeld en de bewegende gevaarlijke delen
volledig tot stilstand zijn gekomen.
Controleer vóór ieder inbedrijfstelling alle
schroef- en steekverbindingen evenals
beschermingsinrichtingen op vastheid en juiste
plaatsing en of alle lichtdraaiend zijn.
Het is streng verboden de aan de machine
aangebrachte veiligheidsinrichtingen te
demonteren, het gebruiksdoel te veranderen of
vreemde beschermingsinrichtingen aan te
brengen.
Het apparaat mag niet gebruikt worden, als
het beschadigd is of de beschermingsinrichtingen
defect zijn. Vervang versleten of beschadigde
onderdelen.
Gebruik het apparaat niet in de buurt van ontvlam-
bare vloeistoffen of gassen. Bij kortsluiting bestaat
brand- en explosiegevaar.