Ne
de
rla
n
d
s (NL)
93
3. Voordat u een bocht monteert (indien nodig),
dient u te controleren dat de DN 70 leiding een
verticaal verval van minimaal 50 cm heeft. Sluit
de overloop aan op het rioolstelsel via een ont-
luchte leiding.
Afb. 4
Overloop naar riool, voorbeeld 1
Afb. 5
Overloop naar riool, voorbeeld 2
8.4 Aansluiting van waterleidingtoevoer
De ingebouwde vlotterklep is ontworpen voor een
maximale druk van 6,0 bar.
De vlotterklep heeft een eenvoudig filter in de inlaat.
Als het water uit het waterleidingnet vervuild is, dan
adviseren we u om een zeef te plaatsen voor de
inlaat naar de vlotterklep.
Afb. 6
Filter in de inlaat
We adviseren u om een afsluitklep te plaatsen in de
opstelling.
Procedure:
1. Sluit de waterleidingtoevoer aan op de waterlei-
dingtoevoer (slang) van het toestel. Zie afb.
(4).
2. Maak de waterleidingtoevoer vast met leiding-
klemmen. De eerste leidingklem moet op 10-15
cm vanaf het toestel worden aangebracht.
3. Controleer of de vlotterklep recht in de waterlei-
dingtank gepositioneerd staat. Zie afb.
.
– De vlotterafsluiter moet vrij op en neer kunnen
bewegen zonder de zijkanten van de tank te
raken.
Afb. 7
De vlotterklep van boven gezien
De overloop van de RMQ werkt niet als
waterslot.
TM
04
76
34
22
10
Pos.
Beschrijving
1
Ontluchtingsdop
2
Waterslot
TM
04
76
33
22
10
1
2
Min. 0,5 m
Min. 0,5 m
TM
04
6
914
1
11
0
Duw of trek niet te hard aan de waterlei-
dingtoevoer (slang); anders kan de vlotter-
klep beschadigd raken.
TM
04
69
15
1
11
0