Nederlands
(NL)
510
7.2 Controle van de kalibratie
Bij controle van de kalibratie wordt de kalibratie-
waarde berekend door het chemicaliënverbruik in
een specifieke periode af te lezen en dit te vergelij-
ken met het aantal uitgevoerde doseerslagen in
dezelfde periode.
Deze kalibratiemethode is erg nauwkeurig en bijzon-
der geschikt voor een kalibratie controle na een lan-
gere bedrijfsperiode of indien directe kalibratie niet
mogelijk is. De kalibratie kan bijvoorbeeld worden
uitgevoerd wanneer de chemicaliëntank vervangen
of gevuld wordt.
Voor het uitvoeren van een kalibratie controle, han-
del als volgt:
1. Zet de pomp in de pauze stand door de
-
toets in te drukken.
2. Lees de teller af en noteer het aantal doseersla-
gen, zie paragraaf
.
3. Lees en noteer de hoeveelheid in de chemicali-
entank.
4. Schakel de pomp in met behulp van de
-toets
en houd de pomp tenminste 1 uur in bedrijf.
Hoe langer de pomp in bedrijf is des te nauwkeu-
riger de kalibratie zal zijn.
5. Schakel de pomp uit door de
-toets in te
drukken.
6. Lees de teller af en noteer het aantal doseersla-
gen, zie paragraaf
.
7. Lees en noteer de hoeveelheid in de chemicali-
entank.
8. Bereken de gedoseerde hoeveelheid in ml en het
aantal doseerslagen gedurende de tijd dat de
pomp in bedrijf was.
9. Bereken de kalibratiewaarde als volgt:
(gedoseerde hoeveelheid in ml/aantal doseersla-
gen) x 100.
10. Voer de berekende waarde in het kalibratiemenu
in.
8. Service
Om een lange gebruiksduur en doseernauwkeurig-
heid te garanderen moeten slijtonderdelen zoals
membranen en ventielen regelmatig worden gecon-
troleerd op tekenen van slijtage. Vervang zo nodig
versleten onderdelen door originele reserveonderde-
len die van geschikte materialen gemaakt zijn.
Als u vragen hebt, neemt u contact op met uw ser-
vicepartner.
8.1 Regelmatig onderhoud
*
Voor media die slijtage kunnen verergeren moet
het service-interval worden verkort.
8.2 Reinigen
Reinig zo nodig alle pompoppervlakken met een
droge en schone doek.
8.3 Voer service uit
Alleen reserveonderdelen en toebehoren van
Grundfos dienen te worden gebruikt voor onderhoud.
Het gebruik van niet-originele reserveonderdelen en
toebehoren leidt tot uitsluiting van eventuele aan-
sprakelijkheid voor schade die hiervan het gevolg is.
Nadere informatie over het uitvoeren van onderhoud
kan worden gevonden in de servicesetcatalogus op
onze homepage (www.grundfos.com).
Interval
Taak
Dagelijks
Controleer of er vloeistof lekt uit de
afvoeropening (afb.
) en of de
afvoeropening is geblokkeerd of
vervuild.
Als dat het geval is, volgt u de
instructies in paragraaf
Controleer of er vloeistof lekt uit de
doseerkop of ventielen.
Als de pomp in werking wordt
gesteld met beschadigde of losse
doseerkopbouten, koppelt u onmid-
dellijk de pomp los van de voeding!
Volg de instructies in paragraaf
8.5 Werken met losse doseerkop-
bouten
Draai zo nodig de ventielen en
afdopmoeren aan, of voer service
uit (zie
).
Wekelijks
Reinig alle pompoppervlakken met
een droge en schone doek.
Elke
3 maanden
Controleer de bouten van de
doseerkop.
Draai zo nodig de bouten van de
doseerkop kruiselings aan met
een momentsleutel op 5,5 Nm
(+ 0,5/- 0 Nm). Vervang bescha-
digde bouten onmiddellijk.
Elke 2 jaar
of 8000
bedrijfsuren*
Vervang membraan en ventielen
(zie