63
NL
- Indien er benzine overgelopen is,
mag er geen poging ondernomen
worden, de motor te starten. In
plaats daarvan dient het apparaat
van het door benzine bevuilde op
-
pervlak gereinigd te worden. Iedere
ontstekingspoging dient vermeden
te worden totdat benzinedampen
verdampt zijn.
- Omwille van de veiligheid dienen
benzinetank- en andere tankdop
-
pen bij beschadiging uitgewisseld te
worden.
• vervang defecte geluiddempers.
• Vóór het gebruik dient er altijd een
visuele controle doorgevoerd te wor
-
den, of het snoeigereedschap, de
bevestigingsbouten en de complete
snoei-eenheid versleten of beschadigd
is/zijn. Om een onbalans te vermijden,
mag/mogen versleten of beschadigd
gereedschap en bouten slechts per
paar uitgewisseld worden.
• Wees voorzichtig bij apparaten met
verschillend snoeigereedschap omdat
de beweging van een mes tot rotatie
van de overige messen kan leiden.
• Gebruik uitsluitend reserveonderdelen
en aan slijtage onderhevige toebeho
-
ren, die door de fabrikant geleverd en
aanbevolen worden. Het gebruik van
vreemde onderdelen kan tot verwon
-
dingen leiden en heeft een onmiddel-
lijk verlies van de garantieclaim tot
gevolg.
Hantering:
• Laat de verbrandingsmotor niet draai-
en in gesloten lokalen, waar er zich
gevaarlijk koolmonoxide kan ophopen.
• Maai uitsluitend bij daglicht of bij een
goede kunstmatige verlichting. Een
onverlicht werkterrein kan tot ongeval
-
len leiden.
• Vermijd zo mogelijk het gebruik van
het apparaat bij nat gras.
• Let steeds op een veilige stand, vooral
op hellingen, vuilnisterreinen, putten of
dijken. Daardoor kunt u het apparaat
in onverwachte situaties beter contro
-
leren.
- Werk altijd dwars op de helling,
nooit op- of neerwaarts.
- Wees uiterst voorzichtig als u de
rijdrichting op de helling wijzigt.
- Maai niet op overdreven steile hel
-
lingen (max. 10°).
• Beweeg het apparaat slechts stap
-
voets voort.
• Wees uiterst voorzichtig wanneer u
het apparaat omkeert of het naar u toe
trekt.
• Houd het snoeigereedschap stil wan
-
neer het apparaat gekanteld moet
worden, voor het transport op andere
vlakten dan gras en wanneer het ap
-
paraat van de te maaien vlakte weg of
in de richting van de te maaien opper
-
vlakte voortbewogen wordt.
• Gebruik nooit het apparaat met be
-
schadigde beschermingsinrichtingen
of beschermroosters of zonder aan
-
gebouwde beschermingsinrichtingen,
bijvoorbeeld stootbescherming en/of
grasvanginrichtingen. Daardoor wordt
ervoor gezorgd dat de veiligheid van
het apparaat gehandhaafd blijft.
• Wijzig de regelaarinstelling van de
motor niet of draai deze niet dol. U zou
het apparaat kunnen beschadigen.
• Voordat u de motor start, ontkoppelt u
al het snoeigereedschap en alle aan
-
drijvingen.
• Start of activeer de startschakelaar
met voorzichtigheid en dit in overeen
-
stemming met de door de fabrikant
verstrekte instructies. Let op vol
-
doende afstand van de voeten tot het
Summary of Contents for BRM 4013
Page 2: ...2 1 2 3 4 5 6 7 8 9 11 12 13 14 15 16 17 18 19 5 5a 4a 4b 1 4a 5 10 3 ...
Page 3: ...3 12 12a 12b 6 6a 6b 17 8a 8 2 19 20 11 1 ...
Page 4: ...4 0 7 0 8 mm 2 1 9 10 14 15 ...
Page 56: ...56 PL ...
Page 174: ...174 ...
Page 184: ...184 ...
Page 186: ...186 ...
Page 188: ......