43
NL
3. Maak de behuizing van het apparaat (
1
) en de verwarmingselementen (
6
) schoon
met een schone vochtige doek. Gebruik indien nodig een reinigingsmiddel dat ge-
schikt is voor ovens. Neem daarbij de gebruiksaanwijzingen die op het reinigings-
middel staan in acht.
4. Laat alle onderdelen helemaal opdrogen voordat u het apparaat op een schone,
droge plaats en uit de buurt van kinderen en dieren opbergt.
Oplossen van problemen
Als het apparaat niet goed werkt, dient u eerst te controleren of u een probleem zelf kunt
oplossen. Als het probleem niet via de volgende stappen kan worden opgelost, neem
dan contact op met de klantendienst.
Probeer niet zelf een defect elektrisch apparaat te repareren!
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Het apparaat werkt
niet.
De netstekker zit niet goed
in het stopcontact.
Steek de netstekker goed in het
stopcontact.
Het stopcontact is defect.
Probeer een ander stopcontact.
Er is geen netspanning.
Controleer de zekering van de
elektrische verdeler (zekerin-
genkast).
De oververhittingsbeveiliging
is geactiveerd.
Koppel de netstekker los en
laat het apparaat volledig af-
koelen. Probeer het vervolgens
opnieuw.
De timer
(
18
) is niet inge-
steld (stand
Off
).
Stel de timer
in.
De zekering van de
elektrische verdeler
(zekeringenkast)
wordt geactiveerd.
Te veel apparaten op dezelf-
de stroomkring aangesloten.
Aantal apparaten in de stroom-
kring verminderen.
Het gerecht is niet
gelijkmatig gegaard.
Er zijn verschillende ge-
rechten met uiteenlopende
bereidingstijden gelijktijdig
bereid.
Zet gerechten met een lange
bereidingstijd als eerste in het
apparaat en voeg pas later
ingrediënten met een kortere
bereidingstijd toe.
Er zijn gerechten met uiteen-
lopende bereidingstempera-
turen gelijktijdig bereid.
Bereid gerechten met uiteenlo-
pende bereidingstemperaturen
na elkaar.
De etenswaren liggen op
elkaar.
Spreid de etenswaren uit en
schep ze om.