57
NL
2. Vergelijk de technische gegevens van het product en het spannings
net.
Deze
moeten
identiek
zijn.
4.2 Montage
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel door struikelen en vallen
• Plaats, installeer en transporteer producten, productonderdelen en
accessoires op een veilige manier.
Snijwonden
• Raak de randen van de rotor niet aan.
De rotor heeft scherpe randen.
1. Verwijder de L-schroef (4) van de sokkel.
2.
Schroef
deze
tegen
de
klok
in
los.
Afb.
51
a).
3. Verwijder de sluitring (5) van de sokkel (3).
4.
Plaats
het
inzetstuk
in
de
basis
(1)
zoals
getoond
in
afb.
51
b).
5. Plaats de sokkel op de basis. Afb. 51 c).
De sokkel moet in de aangegeven uitsparing
schuiven.
6. Draai de sokkel en de basis om.
De boorgaten in de basis en de sokkel moeten
over elkaar liggen.
7. Plaats de sluitring op het boorgat in de
basis.
8. Steek de L-schroef door de sluitring en
het
boorgat
in
het
basisinzetstuk
en
de
sokkel.
9. Draai de L-schroef met de klok mee vast.
Afb.
51
d).
Fig. 51:
Montage basis
10. Draai de sokkel en de basis weer om.
11. Draai de 4 kruiskopschroeven (6) van het
motorblok tegen de klok in los.
12. Schuif het achterste beschermrooster (7)
met
de
greep
naar
boven
op
de
motoras
(14).
.
De ogen in het beschermrooster (12) moeten
gelijk
liggen
met
de
boorgaten
(13)
in
het
motorblok.
13. Steek de 4 kruiskopschroeven door de
ogen
in
het
beschermrooster
in
de
boorgaten
(13)
in
het
motorblok.
14. Draai de kruiskopschroeven met de klok
Fig. 52:
Montage achterste beschermrooster
mee
vast.