GOK GWD, Assembly And Operating Manual

Page: 43 / 72

Grenswaardesensor GWG type GWD Schrift 1
Artikelnr. 15 382 78 b 7 / 12
In Duitsland gold / geldt conform TRbF 20:
Voor tanks voor opslag van brandbare vloeistoffen met giftige of bijtende eigenschappen
moet een minimaal 3 % lagere vulgraad worden aangehouden.
INSTELMAAT X EN ACHTERAF AANGEBRACHTE ANTI-LEKLAAG
Bij een achteraf aangebrachte anti-leklaag in een tank neemt het daadwerkelijke volume af en
dus het vulniveau L
1
en L
max
. In de bouwkundige goedkeuringen van anti-leklagen van het
DIBt wordt vermeld, dat na de inbouw ervan de instelmaat X
m.LSA
door de uitvoerende
installateur of door een expert opnieuw conform het waterrecht moet worden bepaald en de
grenswaardesensor overeenkomstig ingesteld moet worden.
De TÜV Nord raadt aan om de voorgegeven instelmaat
X van de grenswaardesensor voor de
inbouw in een tank zonder anti-leklaag met 30 mm te verhogen.
Dan geldt de gecorrigeerde minimale instelmaat:
X
m.LSA
= X + 30 mm met X in [mm]
INSTELMAAT X VOOR TANKS, DIE NIET AAN EEN BOUWNORM VOLDOEN
In dit geval is een individuele keuring noodzakelijk. De werkwijze moet worden afgestemd met
de verantwoordelijke instantie (bijv. voor Duitsland de lagere waterinstantie) of een expert /
bevoegde persoon (in Duitsland conform VAwS).
Mogelijkheid 1
Gebruik van een grenswaardesensor, die overeenkomt met de tot nog toe ingebouwde.
Vraag bij de tankfabrikant, met vermelding van het aangebrachte nummer van de
bouwkundige goedkeuring, naar een opvolgend model.
Er dient rekening te worden gehouden met de bouwkundige goedkeuring van de
grenswaardesensor voor de desbetreffende tankvorm, de instelmaat X en de aansluitdraad
van het inbouwelement. De instelmaat
X
voor de nieuwe grenswaardesensor kan worden
overgenomen.
Mogelijkheid 2
Bij een volledig geleegde tank kan de instelmaat worden bepaald door zogenaamd
"uitliteren". "Uitliteren" is een experimentele procedure om een peiltabel op te stellen.
Daarvoor wordt de volledig lege tank stapsgewijs gevuld en het volume en het bijbehorende
vulniveau (bijv. door een meterstaaf) gemeten.
Mogelijkheid 3
Van de toegestane vulgraad L
1
wordt de vastgestelde naloophoeveelheid afgetrokken. Op
basis van het verschil wordt met behulp van een peiltabel of door berekening van het volume
voor de tank het vulniveau L
1
bepaald.
De volgende berekening conform Tabel 6 is gebaseerd op TRbF 510, ZG-ÜS van het DIBt,
VdTÜV-informatieblad tankinstallaties 967 en EN 13612-2:2016.