b
elangrIjke
veIlIgheIdS
-
en
productInformatIe
Waarschuwingen
het niet vermijden van de volgende potentieel
gevaarlijke situaties kan leiden tot een ongeval of
botsing die dodelijk kan zijn of ernstige letsels tot
gevolg kan hebben.
• Wanneer het toestel in een voertuig wordt
geïnstalleerd, moet het zodanig worden
aangebracht dat het de besturingsmechanismen
van het voertuig (bijv. stuurwiel, voetpedalen
of transmissiehendelszicht) en het zicht van de
bestuurder op de rijweg niet belemmert. Niet vóór of
boven een airbag aanbrengen. (Zie schema.)
Niet monteren
waar het
gezichtsveld
van de
bestuurder wordt
geblokkeerd.
Niet onbeveiligd
op het
dashboard van
het voertuig
plaatsen.
Niet monteren in het
ontplooiingsgebied van een airbag.
• Vergelijk tijdens het navigeren de informatie
die wordt weergegeven op het scherm met alle
beschikbare navigatiebronnen, inclusief informatie
langs de weg, overige visuele waarnemingen en
kaarten. Los eventuele verschillen of zaken die u
zich afvraagt altijd op voordat u verdergaat met uw
reis en neem de verkeerstekens in acht.
• Bedien het voertuig altijd op een veilige manier.
zorg dat u tijdens het rijden niet door het toestel
wordt afgeleid en blijf u volledig bewust van alle
rij-omstandigheden.
Kijk tijdens het rijden niet te
lang op het scherm van de eenheid en maak gebruik
van spraakaanwijzingen wanneer dat mogelijk is.
Voer tijdens het rijden geen bestemmingen in, wijzig
geen instellingen en maak geen gebruik van functies
waarvoor u het toestel wat langer nodig hebt. Stop
op een veilige en geoorloofde manier voordat u
overgaat tot dit soort handelingen.
• Het toestel is ontworpen om u suggesties voor de
route te geven. Het is geen vervangingsmiddel
waardoor de bestuurder niet langer aandacht moet
besteden aan gesloten wegen of wegcondities,
verkeersdrukte, weersomstandigheden of andere
factoren die uw veiligheid of timing tijdens het
rijden kunnen beïnvloeden.