WAARSCHUWING: Houd uw handen en voeten
uit de buurt van de roterende messen. Plaats
uw handen of voeten niet in de buurt van of
onder de machine wanneer de motor draait.
2.3 Veiligheidsinstructies voor bediening
2.3.1 Gebruik
•
De robotmaaier is bedoeld voor het maaien van gras
op open en vlakke grondoppervlakken. Hij mag
uitsluitend worden gebruikt in combinatie met door
de fabrikant aanbevolen apparatuur. Elk ander
gebruik is onjuist. De instructies van de fabrikant
over bediening/onderhoud moeten nauwkeurig
worden gevolgd.
•
Er moeten waarschuwingsborden worden geplaatst
rondom het maaigebied van de robotmaaier als
deze wordt gebruikt in openbare gebieden. De
borden moeten de volgende tekst bevatten:
Waarschuwing! Automatische gazonmaaier! Blijf uit
de buurt van de machine! Houd toezicht op
kinderen!
Waarschuwing!
Automatische gazonmaaier!
Blijf uit de buurt van de machine!
Houd toezicht op kinderen!
Waarschuwing!
Automatische gazonmaaier!
Blijf uit de buurt van de machine!
Houd toezicht op kinderen!
•
Gebruik de bedieningsmodus
Parkeren of schakel
de robotmaaier uit wanneer personen, vooral
kinderen, of huisdieren zich in het maaigebied
bevinden. Het wordt aanbevolen om de robotmaaier
te programmeren voor gebruik tijdens uren wanneer
er geen activiteit in het gebied plaatsvindt, bijv. 's
nachts. Zie
Uitgebreid op pagina 24.
•
De robotmaaier mag uitsluitend worden bediend,
onderhouden en gerepareerd door personen die
volledig vertrouwd zijn met de speciale kenmerken
van en veiligheidsvoorschriften voor het product.
Lees de bedieningshandleiding zorgvuldig door en
zorg ervoor dat u de instructies voor het gebruik van
de robotmaaier goed hebt begrepen voordat u het
apparaat gebruikt.
•
Het is niet toegestaan het originele ontwerp van de
robotmaaier aan te passen. Alle wijzigingen zijn op
eigen risico.
•
Controleer of er geen stenen, takken, gereedschap,
speelgoed of andere voorwerpen op het gazon
liggen die de messen kunnen beschadigen.
Voorwerpen op het gazon kunnen er ook toe leiden
dat de robotmaaier hierin vast komt te zitten. Als dat
gebeurt, kan het nodig zijn om het voorwerp te
verwijderen voordat de maaier verder kan gaan met
maaien. Schakel altijd eerst de robotmaaier uit met
de AAN/UIT-knop voordat u een blokkade verwijdert.
•
Start de robotmaaier volgens de instructies.
Wanneer de robotmaaier is ingeschakeld, dient u
ervoor te zorgen dat u uw handen en voeten uit de
buurt van de roterende messen houdt. Steek nooit
uw handen en voeten onder de robotmaaier.
•
Raak nooit bewegende gevaarlijke onderdelen,
zoals de maaischijf, aan voordat de maaier volledig
tot stilstand is gekomen.
•
Til de robotmaaier niet op en draag deze niet rond
terwijl deze is ingeschakeld.
•
Sta niet toe dat de robotmaaier wordt gebruikt door
personen die niet weten hoe de robotmaaier werkt
en zich gedraagt.
•
De robotmaaier mag nooit in aanraking komen met
personen of andere levende wezens. Als een
persoon of ander levend wezen in de baan van de
robotmaaier komt, moet deze onmiddellijk worden
gestopt. Zie
Uitgebreid op pagina 24.
•
Zet niets boven op de robotmaaier of het
laadstation.
•
Zorg ervoor dat de robotmaaier niet kan worden
gebruikt als de kap, maaischijf of behuizing
beschadigd is. De maaier mag ook niet worden
gebruikt als de messen, schroeven, moeren of
kabels defect zijn. Sluit nooit een beschadigde kabel
aan en raak deze ook niet aan voordat de kabel is
losgekoppeld van de voeding.
•
Gebruik de robotmaaier niet als de AAN/UIT-knop
niet werkt.
•
Schakel de robotmaaier altijd uit via de AAN/UIT-
knop wanneer de robotmaaier niet wordt gebruikt.
De robotmaaier kan alleen worden gestart als de
AAN/UIT-knop is ingeschakeld en de juiste PIN-
code is ingevoerd.
•
Gebruik de robotmaaier nooit terwijl er een
gazonsproeier aanstaat. Gebruik de schemafunctie
(zie
Uitgebreid op pagina 24) zodat de maaier en
sproeier nooit tegelijkertijd werken.
•
GARDENA staat niet garant voor volledige
compatibiliteit tussen de robotmaaier en andere
typen draadloze systemen, zoals
afstandsbedieningen, radiozenders, ringleidingen,
ondergrondse elektrische afrasteringen voor dieren
of iets dergelijks.
8 - Veiligheid
367 - 003 - 15.12.2017