OPGELET: De begeleidingsdraad mag de
begrenzingsdraad niet kruisen, bijvoorbeeld een
begrenzingsdraad die naar een eiland loopt.
3.8 Checking the installation
Check the loop signal by inspecting the indicator lamp
on the charging station.
See
Indicator lamp in the charging station op pagina 47
if the lamp does not indicate a solid or flashing green
light.
3.9 Ingebruikname en begeleidingskalibratie
3.9.1 Ingebruikname
Als de robotmaaier voor de eerste keer wordt gestart
(AAN/UIT-knop), moet er een opstartprocedure in het
menu van de robotmaaier worden uitgevoerd, naast een
automatische kalibratie van het begeleidingssignaal.
1. Open de klep.
2. Druk op de AAN/UIT-knop.
Wanneer de robotmaaier voor het eerst wordt
gebruikt, wordt een opstartprocedure gestart. De
volgende gegevens moeten worden ingevoerd:
•
Taal
•
Land
•
Datum
•
Tijd
•
Selectie en bevestiging van de persoonlijke PIN-
code. Alle combinaties behalve 0000 zijn
toegestaan.
Let op: Gebruik de pagina
AANTEKENINGEN aan
het begin van de handleiding om de PIN-code te
noteren.
3. Plaats de robotmaaier in het laadstation en druk op
de Start-knop.
3.9.2 Guide calibration
1. The robotic lawnmower drives out of the charging
station and straddles the guide wire to the starting
point (default distance 60 cm / 2 ft.), where the
calibration process begins. The maximum distance
from the charging station to the starting point is 300
cm / 9.8 ft. The calibration process sets as wide
guide corridor as possible to reduce the risk of
tracks forming on the lawn. See
pagina 29.
Let op: The robotic lawnmower always runs to the
left of the guide wire (as seen facing the charging
station). For the widest possible guide corridor,
make sure that the distance from the starting point to
the boundary wire is minimum 1.35 m / 4.5 ft.
(perpendicular to the guide wire). If the distance on
the left side of the starting point is less than 0.6 m / 2
ft. the calibration process is interrupted.
Starting point
Mi
n
1.
35
m
/
4.
5ft.
2. When the guide calibration is completed, the robotic
lawnmower follows the guide wire and then starts
mowing.
3.10 Bedieningspaneel
Alle commando's en instellingen voor de robotmaaier
gebeuren via het bedieningspaneel. Het
bedieningspaneel bestaat uit een display en een
toetsenbord. Alle informatie wordt op het display
weergegeven en alles wordt met de knoppen ingevoerd.
3.10.1 Toetsenbord
Het toetsenbord bestaat uit 6 groepen knoppen:
22 - Installatie
367 - 003 - 15.12.2017