n e d e r l a n d s
24
5
Milieu
4
Veiligheid
Bij het ontwerp van de kookplaat heeft men
rekening gehouden met de bescherming van het
milieu.
Respecteer het milieu.
Gebruik de juiste vermogens
voor elke bereiding en selecteer pannen die een
afmeting hebben in overeenstemming met de
hoeveelheid voedingsmiddelen die bereid gaat
worden. De warmteoverdracht is optimaal wanneer
de onderzijde van de pan en de diameter van de
kookzone hetzelfde formaat hebben.
Aan het einde van de bereiding kunt u, wanneer u
dat wilt, de pan op dezelfde plaats laten staan om de
restwarmte die zich opgehoopt heeft te gebruiken. Op
die manier zul je energie besparen.
Gebruik, wanneer dat mogelijk is, altijd een deksel om
warmteverlies door verdamping te voorkomen.
Behandeling van elektrisch en elektronisch afval.
Gooi die apparaten niet weg met het gewone huisvuil.
Breng uw kookplaat naar een speciaal inzamelpunt.
Door het recycleren van huishoudelijke apparaten
worden negatieve gevolgen voor gezondheid en milieu
voorkomen en bespaart u energie en geld.
Voor meer informatie neemt u contact op met de
plaatselijke autoriteiten of met de winkel waar u de
kookplaat hebt gekocht.
• Het stroomnet dat de kookplaat voedt dient te zijn
voorzien van een omnipolaire schakelaar met een
afstand tussen de contacten van ten minste 3 mm.
• De installatie van de kookplaat dient te worden
uitgevoerd door een geautoriseerde installateur met
inachtneming van de instructies en de schema’s van
de fabrikanten.
• De installatie dient geschikt te zijn voor het
maximale vermogen dat staat aangegeven op
het productplaatje en het stopcontact dient te zijn
geaard in overeenstemming met de desbetreffende
regelgeving.
• Wanneer de kabel beschadigd is moet deze, om
gevaar te voorkomen, worden vervangen door
de afdeling after-sales of door overeenkomstig
gekwalifi ceerd personeel.
• Het kookveld is voorzien van een interne
temperatuurbegrenzer, die het kookveld uitschakelt
wanneer de kookplaat te warm wordt.
• Schakel het kookveld na ieder gebruik uit met de
desbetreffende knop.
• Wanneer er scheuren zichtbaar worden in het
oppervlak van de glasplaat of wanneer die breekt,
schakel dan onmiddellijk de stroom van het apparaat
uit om een mogelijke elektrische schok te voorkomen.
Gebruik de plaat niet totdat de glasplaat vervangen is
(4.1.1).
• Wanneer er voedsel of vloeistof terechtkomt op de
bedieningstoetsen van de kookplaat, zal er een
akoestisch signaal weerklinken (4.1.2).
• Wanneer u een sensor te lang ingedrukt houdt
of wanneer die door een of ander voorwerp
geactiveerd wordt, zal de kookplaat uitschakelen
en zal er een akoestisch signaal weerklinken (4.1.3).
• Plaats geen pannen met een warme onderkant
op de sensoren; je zou je bij het aanraken ervan
kunnen branden (4.1.3).
• Houd kleine kinderen uit de buurt; de
verwarmingsvlakken kunnen erg heet
worden tijdens het functioneren. Gebruik het
blokkeersysteem om te voorkomen dat ze met de
bedieningselementen kunnen spelen.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
personen met een handicap.
• Blijf altijd in de buurt wanneer u gerechten of
voedingsmiddelen bereidt met vet of olie. Door
overmatige hitte kunnen ze gaan branden.
• Wanneer de kookplaat boven een lade
geïnstalleerd wordt, dienen daarin geen
ontvlambare voorwerpen te worden bewaard.
schoon met producten die speciaal bedoeld
zijn voor vitrokeramische platen. Wij raden
het gebruik van VITRO-CLEN aan voor
het schoonmaken en het behoud van de
vitrokeramische plaat.
• Vuil dat erg vastzit wordt verwijderd met de
glasschraper (3.1.2).
• Wanneer er per ongeluk suiker, suikerhoudende
producten of plastic op de plaat verbrandt,
dient u die zo snel mogelijk met de schraper te
verwijderen terwijl die nog warm zijn. Anders
zullen er permanente vlekken achterblijven.
• Het mes van de schraper dient in perfecte staat
te verkeren; vervang het wanneer het gebreken
vertoont.