INSTALLATIE
Positie
Installeer het apparaat op een plaats waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse
zoals die is weergegeven op het typeplaatje van het apparaat:
Klimaatklasse
Omgevingstemperatuur
SN
+10
o
C - +32
o
C
N
+16
o
C - +32
o
C
ST
+16
o
C - +38
o
C
T
+16
o
C - +43
o
C
Plaats
Plaats het apparaat buiten het bereik van warmtebronnen als radiatoren, kachels, direct zonlicht etc. Zorg ervoor dat
er voldoende ventilatie kan circuleren rond de achterkant van het apparaat. Voor een optimale prestatie dient er een
minimale afstand te zijn tussen de bovenkant van het apparaat en een eventueel erboven hangende wandkast van
100 mm. Het is echter beter als er geen wandkast boven het apparaat hangt. Het apparaat kan waterpas worden
gesteld door middel van de stelpoten aan de onderkant van het apparaat.
Waarschuwing! Het moet mogelijk zijn om het apparaat los te koppelen van het elektriciteitsnetwerk; de
stekker moet dus ook na de installatie eenvoudig bereikbaar zijn.
Elektrische aansluiting
Controleer, voordat u het apparaat aansluit, of het voltage en de frequentie zoals vermeld op het typeplaatje
overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis. Het apparaat moet geaard zijn. De stekker is voorzien van een
aardecontactpunt. Als het stopcontact niet geaard is, sluit u het apparaat aan op een aparte aarde in
overeenstemming met de geldende regels. Raadpleeg hiervoor een gekwalificeerde elektriciën. De fabrikant is
niet aansprakelijk voor schade aan het apparaat of persoonlijk letsel als de bovenstaande
veiligheidsmaatregelen niet in acht worden genomen. Dit apparaat voldoet aan de EEG-richtlijnen.
GS
23
5
-4E A+ Versie NL 04/2014 Pagina 11 van 16