Be
VFKULMYLQJ
7HPSHUDWX
X
UUHJ
H
O
DD
U
*ODV
SODWHQ
*ODV
SODDWERYHQGH
JURHQWHODGH
*
URHQWHODGH
%RYHQVWHG
LHSYULHVODGHQ
2QGHUVWHGLHSYULHVODGHQ
'HXUYDNNHQ
)O
HVVHQUHN
6. Werking
6.1 Apparaat aanzetten
Het vriesgedeelte pas na
uur gebruiken. Lees hiervoor ook het hoofdstuk
"Temperatuur instellen".
6.2 Temperatuur instellen
De temperatuurregelaar dient ertoe om de binnentemperatuur van het apparaat
constant te houden. Het wordt bediend met een draaiknop.
x
Laag
getal
/
Min
=
lage koeling, warmste binnentemperatuur
x
Hoog getal / Max
= hoge koeling, koudste binnentemperatuur
Door het openen van de deur van het apparaat wordt de binnenverlichting
ingeschakeld. De temperatuurregelaar bevindt zich
LQ
het midden
ERYHQDDQ
de binnenkant van het apparaat.
. * &
$
3DJLQD
YDQ
Schakel het apparaat aan via de temperatuurregelaar. De temperatuurregelaar bevindt
zich aan de rechterzijde van het interieur. Voor het inschakelen van het apparaat
dr
DDLWXGHWHPSHUDWXXUUHJHODDUYDQ³´
VWRS
QDDUUHFKWVQDDUGHJHZHQVWH
WHPSHUDWXXU
Bij de eerste ingebruikname zet u de temperatuurregelaar eerst op het hoogste
niveau en na circa
u
X
r heeft het apparaat zijn normale bedrijfstemperatuur bereikt en
is het apparaat te gebruiken. De temperatuurregelaar kan nu terug naar de middelste
stand.
.*&$
9HUVL
H
1/