
16
Voor gebruik
Bedrijfstemperatuurbereik:
Maximale koeling
Minimale koeling
DB / WB (
℃
)
35/24
18/12
Maximale verwarming
Minimale verwarming
DB / WB (
℃
)
27/
-
7/
-
Controleer of de uitlaatslang correct is gemonteerd.
Waarschuwingen voor koeling en ontvochtiging werkzaamheden:
-
Houd bij het gebruik van functies voor koelen en ontvochtigen een interval van minimaal 3
minuten aan tussen elke AAN / UIT
.
-
Zorg dat de v
oeding van het apparaat voldoet aan de eisen.
-
Het stopcontact
dient
geschikt te zijn voor airconditioning gebruik.
-
Deel een stopcontact niet met andere apparaten.
-
De voeding
dient te voldoen aan:
AC220V ~ 240V / 50Hz
AUTO-modus
Afhankelijk van de huidige kamertemperatuur, selecteert
het apparaat automatisch
de modus: koelen,
ontvochtigen
of
verwarmen (zie tabel 1).
Kamertemperatuur (Tr)
23
℃
≤Tr
<
26
℃
Tr ≥26
℃
Modus
Verwarming
Ontvochtigen
Koel
en
Temperatuur instellen
21
℃
23
℃
25
℃
Tabel 1
Koelen
-
Druk op de knop "Modus" totdat het pictogram "Koel" verschijnt.
-
Druk op de knop "OMLAAG" of "OMHOOG" om de gewenste kamertemperatuur te selecteren.
(16
℃
-31
℃
)
-
Druk op de "WIND" -knop om de windsnelheid te selecteren.
Ontvochtigen
-
Druk op de knop "Modus" totdat het pictogram "Ontvochtigen" verschijnt.
-
Stel de geselecteerde temperatuur automatisch in op de huidige kamertemperatuur minus 2
℃
.
(16
℃
-31
℃
)
-
Stel de ventilatormotor automatisch in op LAGE windsnelheid.
Ventileren
-
Druk op de "Modus" knop totdat het "Ventilator" icoon verschijnt.
-
Druk op de "WIND" -knop om de windsnelheid te selecteren.