11. Bediening
a) Instellingen
• Houd in de normale weergavemodus toets SET (2) ongeveer 2 seconden lang ingedrukt. De
eerste parameter knippert.
• Druk op toets + (6) of – (7) om de waarde te veranderen. Houd de toets ingedrukt om alle
instellingen snel te doorlopen.
• Om de instelling te bevestigen en met de volgende parameter verder te gaan, drukt u op
toets SET.
• Indien u 30 seconden lang niet op een toets drukt, wordt de laatst ingestelde waarde
overgenomen en schakelt het weerstation over naar de normale weergavemodus.
• Druk indien nodig op toets LIGHT/SNOOZE (1) om de instelmodus onmiddellijk te verlaten.
• U kunt de volgende parameters instellen:
Pieptoon (BEEP) bij een druk op toets → Zomertijd (DST) → tijdzone (-12 tot +12) →
tijdformaat (12/24h) → tijd (uren) → tijd (minuten) → datumformaat → jaar → maand →
dag → temperatuureenheid (°C/°F)
ON = functie activeren / OFF = functie deactiveren
De temperatuur kan alleen op het weerstation worden gewijzigd. Op de buitensensor
wordt de temperatuur altijd in °C weergegeven.
b) Achtergrondverlichting
• Als u in de normale weergavemodus op een willekeurige toets drukt, wordt de
achtergrondverlichting gedurende ca. 3 seconden geactiveerd.
• Alleen bij gebruik met de netvoedingadapter: Houd toets LIGHT/SNOOZE gedurende ca.
2 seconden ingedrukt om de achtergrondverlichting permanent in te schakelen.
Houd toets LIGHT/SNOOZE ca. 2 seconden ingedrukt om continue achtergrondverlichting
weer uit te zetten.
c) Minimale/maximale temperaturen
• Aan de rechterkant van het beeldscherm worden de minimum- (LOW) en
maximumtemperaturen (HI) van de laatste 24 uur weergegeven.
• Houd de toets + ca. 5 seconden ingedrukt om de maximumtemperatuur te wissen.
70