Eurochron 53166, Instructions For Use Manual

Page: 86 / 92

86
4. Beëindig uw invoer door nog eens op de toets PROG /SNOOZE
te drukken. U keert daarmee terug naar uw basisweergave. Of u
wacht ongeveer 10 seconden tot de weergave automatisch in de
basisinstelling is teruggekeerd (timeout-functie). Is een memotijd
ingesteld en actief, wordt dit met ”MEMO 1” respectievelijk
”MEMO 2” weergegeven. Als u een memotijd invoert, wordt auto-
matisch in de ON-toestand gewisseld.
Memotermijn controleren/activeren
1. Druk de toets PROG /SNOOZE in.
2. Wissel met de toets PROG /SNOOZE van ”ALARM” naar ”MEMO
1” respectieve ”MEMO 2”. De datum en de tijd van uw termijn
worden weergegeven. Indien u de memofunctie heeft geacti-
veerd, toont dit het woord ”ON” rechts van de tijdsaanduiding. Is
de functie niet geactiveerd, is ”OFF” te lezen.
Als rechts van de tijdsaanduiding van uw memotermijn OFF
staat, is de termijn niet geactiveerd en u wordt eraan niet her-
innert. Activeer het door op
SYNC/SET te drukken. De weerga-
ve ”OFF” wisselt naar ”ON”.
3. Met PROG /SNOOZE verlaat u de keuze en keert u terug naar de
basisinstelling. Of u wacht gewoon 10 seconden tot uw atoom-
klok met weerstation automatisch in de basisinstelling is terug-
gekeerd (timeout-functie).
Memosignaal uitschakelen
Op de dag van uw termijn verschijnt op de display in het tijdsveld
de desbetreffende datum. Is het moment van uw memotermijn
bereikt, knippert de weergave ”MEMO 1” resp. ”MEMO 2”.
Bovendien weerklinkt een drie-tonen-signaal: in de eerste minuut is
het alle 10 seconden te horen, dan wordt alleen nog met één toon-
sequentie per minuut aan uw termijn herinnert. Na 60 minuten
schakelt de akoestische herinnering automatisch uit. De weergave
van de verstreken termijn knippert nog zo lang verder tot 24 H
off/
ON/OFF wordt ingedrukt. Met de toets 24 H off/ ON/OFF kunt u
de herinnering aan de memotermijn uitschakelen.
6.3 Setup-instellingen
U kunt de volgende instellingen in de setup veranderen (iedere
toetsendruk met akoestische bevestiging):
• de hoogte over de zeespiegel NN (belangrijk, omdat een ver-
keerde hoogtewaarde tot een verkeerde weersvoorspelling
leidt!),
• de eenheid van de luchtdruk (hPa/mbar),
• het adres van de buitensensor (dient naar mogelijkheid niet te
worden gewijzigd [zie ook 4.1 Sensor adresseren ),
• de temperatuureenheid (°C/°F),
• het volume van het wek- en memosignaal,
• de tijdzone,
• de taal.
1. Druk de toets PROG /SNOOZE ten minste 3 seconden lang in.
2. De waarde voor de hoogte boven NN knippert. Pas hem met de
toetsen MIN/- respectieve MAX/+ aan. Beëindig de invoer met de
toets SYNC/
SET . Was de waarde reeds correct, dan gaat u met
de toets SYNC/ SET meteen verder naar de volgende instelling.
3. Pas achtereenvolgens de knipperende mogelijkheden aan. Als u
de actuele waarde wilt overnemen of uw verandering wilt beve-
stigen, gaat u naar de volgende invoer met de toets SYNC/
SET .