60
Temperatuurindicator
•
Om bij te dragen tot de goede werking van uw toestel is de koelkast
voorzien van een temperatuurindicator (bevindt zich in de koudste
zone en aangeduid door het pictogram hiernaast).
•
Voor een goede bewaring van de voedingswaren in uw koelkast, met name in de koudste
zone, dient de melding “OK” weergegeven te worden op de temperatuurindicator.
•
Indien de melding “OK” niet weergegeven wordt, is de gemiddelde temperatuur van
die zone te hoog. Stel de thermostaat in op een hogere stand.
OK
Onjuiste instelling
Correcte instelling
•
Bij elke wijziging van de instelling van de thermostaat, wacht u tot de temperatuur aan
de binnenkant van het toestel zich gestabiliseerd heeft alvorens, indien noodzakelijk
over te gaan tot een nieuwe instelling. Wijzig de stand van de thermostaat uitsluitend
trapsgewijs en wacht minstens 12 uur alvorens de temperatuur opnieuw te controleren.
•
Nadat u het toestel heeft gevuld met voedingswaren of nadat de deur herhaaldelijk
werd geopend (of lange tijd open is blijven staan), is het normaal dat de melding
"OK" niet op de temperatuurindicator verschijnt; wacht minstens 12 uur vooraleer de
temperatuur al dan niet aan te passen.
•
Indien de verdamper van de koelkast (achterwand van het toestel) abnormaal bedekt
wordt met rijm (het toestel is te vol geladen, de omgevingstemperatuur is te hoog,
de thermostaat staat op een hoge stand, de deur wordt vaak geopend), zet u de
thermostaat geleidelijk aan een stand lager tot de compressor opnieuw gedurende
een bepaalde periode uitschakelt. Het automatisch ontdooien van de koelkast gebeurt
enkel wanneer de compressor met tussenpozen stopt.
Bewaartips
•
In een koelkast is de temperatuur niet gelijkmatig (met uitzondering van toestellen
met geventileerde of gecombineerde ventilatie) waardoor er voor elk soort voeding
de juiste zones zijn. Raadpleeg de onderstaande aanduidingen voor het bewaren van
voedingswaren.