69
8. Onderhoud van zaagketting en kettinggeleider
■
Zaagketting
De snijtanden moeten worden geslepen als:
•
Zaagsel poederachtig wordt.
•
U extra kracht moet uitoefenen om te zagen.
•
Het zaagpad niet rechtdoor loopt.
•
Trilling toeneemt.
•
Brandstofverbruik stijgt.
Snijtandenafstelstandaarden:
Zorg dat u werkhandschoenen draagt
Vooraleer de snijtanden te vijlen:
•
Zorg dat de zaagketting stevig wordt vastgehouden.
•
Zorg dat de motor is uitgezet.
•
Gebruik een ronde vijl of een vijl van gepast formaat voor de ketting.
Kettingtype:
3/8-APL-44S
/ geleiden
AP12-44-509P
Vijlgrootte: 5/32 in (4,0 mm)
Plaats de vijl op de snijtand en duw recht naar voor. Houd de vijl in de positie aangegeven op
de afbeelding.
Na het vijlen van elke snijtand moet u de dieptemeter controleren en bijvijlen tot het gepaste
niveau zoals op de afbeelding.
Gepaste tandenmaatmeetlat
Maak de schouder rond
(0,64 mm.)
Dieptemaatstandaard
Het is heel belangrijk voor een gelijkmatig en veilig machinebedrijf dat u de
snijtanden steeds scherp houdt.
Summary of Contents for 5411074188795
Page 80: ...80...
Page 81: ...81...
Page 82: ...82...
Page 83: ...83...
Page 84: ...84...
Page 86: ...86 40 1...
Page 88: ...88...
Page 89: ...89...
Page 90: ...90...
Page 91: ...91 L7T LD...
Page 92: ...92 3 8 APL 44S AP12 44 509P...
Page 93: ...93...
Page 133: ...133...