
19
NEDERLANDS
−
trekt u de stekker uit het stopcon-
tact.
8.1
Foutopsporing
Pomp loopt niet:
•
Er is geen spanning.
−
Controleer het snoer, de stekker,
het stopcontact en de betreffende
zekering.
•
De netspanning is te laag.
−
Gebruik een verlengsnoer met
voldoende doorsnede (zie Tech-
nische gegevens).
•
Motor oververhit, motorveiligheid
geactiveerd.
−
Verwijder de oorzaak van de
oververhitting (vloeistof te warm,
pomp geblokkeerd door een
vreemd voorwerp).
−
Na het afkoelen wordt het appa-
raat automatisch opnieuw inge-
schakeld.
•
De pomp wordt niet ingeschakeld
door de vlotterschakelaar.
−
Controleer of de watervoorraad
voldoende groot is.
−
Controleer of de vlotterschake-
laar voldoende bewegingsvrijheid
heeft.
Motor bromt, pomp start niet:
•
Pomp geblokeerd door vreemd
voorwerp.
−
Pomp reinigen.
Slechte pompwerking:
•
Pompopvoerhoogte te groot.
−
Neem de maximale pompopvoer-
hoogte in acht (zie Technische
gegevens).
•
Drukleiding geknikt.
−
Leg de drukleiding recht.
•
Drukleiding lek.
−
Dicht de drukleiding af, trek de
schroeven van de schroefklem-
men aan.
Pomp is zeer luid:
•
Pomp zuigt lucht aan.
−
Controleer of de watervoorraad
voldoende groot is.
−
Corrigeer de instelling van de
vlotterschakelaar.
−
Houd de pomp schuin terwijl u ze
in de vloeistof dompelt.
Pomp loopt permanent:
•
De vlotterschakelaar bereikt de
onderste positie niet.
−
Controleer of de vlotterschake-
laar voldoende bewegingsvrijheid
heeft.
A
Gevaar!
Herstellingen aan elektrische
apparaten mogen alleen worden uit-
gevoerd door een elektrotechnicus!
Defecte apparaten kunt u aan de servi-
cevestiging van uw land zenden. Het
adres vindt u terug bij de lijst met onder-
delen.
Geef bij inzending voor herstelling een
omschrijving van het vastgestelde
defect.
Het verpakkingsmateriaal kan volledig
worden gerecycleerd.
Uitgediende apparaten en toebehoren
bevatten een grote hoeveelheid recy-
cleerbare grondstoffen en kunststoffen.
Deze handleiding is gedrukt op chloorvrij
gebleekt papier.
9.
Herstelling
10. Milieubescherming