6.
INSTELLINGEN
6.1
Programmakeuzemodus en
gebruikersmodus
Als het apparaat in de
programmakeuzemodus staat, kan een
programma worden ingesteld en de
gebruikersmodus worden ingevoerd.
In de gebruikersmodus kunnen de
volgende instellingen worden
gewijzigd:
• Het niveau van de waterverzachter
afgestemd op de waterhardheid.
• De activering of de deactivering van het
geluidsignaal voor het programma-
einde.
• De deactivering van het
glansspoelmiddel als u de optie
Multitab wilt gebruiken zonder
glansmiddel.
Deze instellingen worden opgeslagen
tot u ze weer wijzigt.
De programmakeuzemodus
instellen
Het apparaat staat in de
programmaselectiemodus als het display
het programmanummer
P1
weergeeft.
Als u het apparaat activeert, staat het
meestal in de programmakeuzemodus.
Maar als dit niet gebeurt, kunt u de
programmakeuzemodus op de volgende
manier instellen:
Houd tegelijkertijd
Reset
ingedrukt tot het
apparaat in de programmakeuzemodus
staat.
6.2
De waterontharder
De waterontharder verwijdert mineralen uit
van de watertoevoer die een nadelige
invloed hebben op de wasresultaten en
het apparaat.
Hoe hoger het gehalte van deze
mineralen, des te harder is het water. De
waterhardheid wordt gemeten in de
volgende gelijkwaardige schalen.
De waterontharder moet worden afgesteld
op de hardheid van het water in uw
woonplaats. Uw waterleidingbedrijf kan u
informeren over de hardheid van het water
in uw woonplaats. Het is belangrijk om het
correcte niveau voor de waterontharder in
te stellen voor goede wasresultaten.
Waterhardheid
Duitse graden
(°dH)
Franse graden
(°fH)
mmol/l
Clarke-
graden
Wateronthar-
dingsniveau
47 - 50
84 - 90
8.4 - 9.0
58 - 63
10
43 - 46
76 - 83
7.6 - 8.3
53 - 57
9
37 - 42
65 - 75
6.5 - 7.5
46 - 52
8
29 - 36
51 - 64
5.1 - 6.4
36 - 45
7
23 - 28
40 - 50
4.0 - 5.0
28 - 35
6
19 - 22
33 - 39
3.3 - 3.9
23 - 27
5
1)
15 - 18
26 - 32
2.6 - 3.2
18 - 22
4
11 - 14
19 - 25
1.9 - 2.5
13 - 17
3
4 - 10
7 - 18
0.7 - 1.8
5 - 12
2
NEDERLANDS
9