9.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit en trek
de stekker uit het stopcontact
voordat u onderhoudshandelingen
verricht.
Vuile filters en verstopte sproeiar-
men verminderen de wasresulta-
ten.
Controleer regelmatig de filters en
reinig deze zo nodig.
9.1
De filters reinigen
A
B
C
C
1.
Draai het filter (
A
) linksom en verwijder
het.
A
1
A
2
2.
Haal om het filter (
A
) te demonteren,
(
A1
) en (
A2
) uit elkaar.
3.
Verwijder het filter (
B
).
4.
Reinig de filters met water.
5.
Zet het filter (
B
) terug in de startposi-
tie. Zorg ervoor dat ze goed worden
gemonteerd onder de twee geleiders
(
C
).
6.
Monteer het filter (
A
) en zet het in po-
sitie in filter (
B
). Rechtsom draaien tot
het vastzit.
Een onjuiste plaatsing van de fil-
ters kan leiden tot slechte wasre-
sultaten en het apparaat bescha-
digen.
9.2
De sproeiarmen reinigen
Probeer niet de sproeiarmen te verwijde-
ren.
Als etensresten de openingen in de
sproeiarmen hebben verstopt, verwijder
deze dan met een smal en puntig voor-
werp.
NEDERLANDS
15