NL
- 97 -
Draag een gehoorbescherming.
Lawaai kan gehoorverlies tot gevolg hebben.
De vermelde geluidsemissiewaarden zijn geme-
ten volgens een genormaliseerde testprocedure
en kunnen worden gebruikt om elektrische ge-
reedschappen onderling te vergelijken.
De vermelde geluidsemissiewaarden kunnen ook
worden gebruikt voor een voorlopige inschatting
van de belasting.
Waarschuwing!
De geluidsemissies kunnen tijdens de daadwer-
kelijke inzet van het elektrisch gereedschap afwi-
jken van de vermelde waarden, afhankelijk van de
manier waarop het wordt gebruikt, en met name
van wat voor soort werkstuk wordt bewerkt.
Beperk de geluidsontwikkeling en vibratie tot
een minimum!
•
Gebruik enkel intacte toestellen.
•
Onderhoud en reinig het toestel regelmatig.
•
Pas uw manier van werken aan het toestel
aan.
•
Overbelast het toestel niet.
•
Laat het toestel indien nodig nazien.
•
Schakel het toestel uit als het niet wordt ge-
bruikt.
Beperk de werktijd!
Daarbij moet rekening worden gehouden met
alle aandelen van de bedrijfscyclus (bijvoorbeeld
tijden waarin het elektrisch gereedschap is uitge-
schakeld, en zulke, waarin het weliswaar is inge-
schakeld maar loopt zonder belasting).
Voorzichtig!
Restrisico’s
Er blijven altijd restrisico’s over ook al wordt
dit elektrisch gereedschap naar behoren be-
diend. Volgende gevaren kunnen zich voordo-
en in verband met de bouwwijze en uitvoe-
ring van dit elektrisch gereedschap:
1. Longletsels indien geen gepaste stofmasker
wordt gedragen.
2. Gehoorschade indien geen gepaste gehoor-
beschermer wordt gedragen.
3. Schade aan de gezondheid die voortvloeit
uit hand-arm-trillingen indien het toestel lang
zonder onderbreking wordt gebruikt of niet
naar behoren wordt gehanteerd en onder-
houden.
5. Vóór inbedrijfstelling
Controleer of de gegevens vermeld op het ken-
plaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet alvorens het gereedschap aan te
sluiten.
Waarschuwing!
Verwijder altijd de netstekker uit het stop-
contact voordat u het gereedschap anders
afstelt.
Trek vóór alle onderhouds-/ en montagewerk-
zaamheden de netstekker uit het stopcontact.
•
De machine moet stabiel worden opgesteld.
•
Alvorens te beginnen werken moet de slijp-
machine door middel van de 4 bevestigings-
gaten (8) in de bodemplaat (9) vast aan bijv.
een werkbank worden geschroefd.
•
Vóór inbedrijfstelling moeten alle afdekkingen
en veiligheidsinrichtingen zoals voorgeschre-
ven zijn gemonteerd.
•
De slijpschijven moeten vrij kunnen lopen.
•
Controleer voordat u de machine aansluit
of de gegevens vermeld op het typeplaatje
overeenkomen met de gegevens van het
stroomnet.
•
Monteer de afsluitstop (21) aan de onderkant
van het waterreservoir (10). Deze moet met
enige krachtsinspanning erin worden gedrukt.
5.1 Montage vonkenscherm / beschermglas
(afbeelding 3/4)
•
Monteer het vonkenscherm (3) aan de machi-
ne (afbeelding 3).
•
Gebruik daarvoor de binnenzes-
kantschroeven (11), onderlegplaatjes (12),
veerringen (13) en moeren (14).
•
Draai de schroefverbinding vast met een
binnenzeskantsleutel 4 mm en schroefsleutel
SW 8 mm. Aanwijzing! Niet meegeleverd.
•
Monteer het beschermglas (2) met een
slotschroef (15), onderlegplaatje (12), veer-
ring (13) en vastzetknop (16) aan het vonken-
scherm (3) (afbeelding 4).
5.2 Instelling vonkenscherm (afbeelding 5)
•
Het vonkenscherm kan met behulp van de
slobgaten (3) daarin in verticale richting wor-
den ingesteld.
•
Draai daarvoor de binnenzeskantschroeven
(11) los en verschuif het vonkenscherm zo
dicht mogelijk naar de slijpschijf (5).
•
Waarschuwing! De afstand tussen de slijp-
Anl_TC_WD_200_150_SPK9.indb 97
Anl_TC_WD_200_150_SPK9.indb 97
23.06.2020 15:30:33
23.06.2020 15:30:33