NL
- 106 -
6.8 Transport (
fi
g. 1-3)
•
Vastzetschroef (14) aanhalen om de draaita-
fel (17) te vergrendelen.
•
Ontgrendelhefboom (3) bedienen, machine-
kop (4) omlaagdrukken en arr
ę
teren d.m.v. de
borgbout (25). De zaag is dan in de onderste
stand vergrendeld.
•
Trekfunctie van de zaag in de achterste stand
fixeren d.m.v. de vastzetschroef voor trekge-
leiding (24).
•
Draag de machine aan de vaststaande zaag-
tafel (18).
•
Om de machine opnieuw op te bouwen gaat
u te werk zoals beschreven in punt 5.2.
6.9 Gebruik van de laser (
fi
g. 2)
Inschakelen:
Breng de AAN/UIT-schakelaar
laser (37) naar de stand „I“ om de laser (35) in te
schakelen. Een laserlijn wordt op het te bewerken
stuk geprojecteerd die exact aanduidt langs waar
het snijden dient te gebeuren.
Uitschakelen: Breng de AAN/UIT-schakelaar laser
(37) naar de stand „0“.
Instellen van de laser:
De laser kan, indien
nodig, worden bijgeregeld door de schroeven wat
los te draaien. Haal de schroeven aan het einde
van de justeerwerkzaamheden terug aan. LET
OP! Niet rechtstreeks in het laserlicht kijken!
Verwisselen van batterijen:
Zorg ervoor dat de
laser (35) uitgeschakeld is. Verwijder het deksel
van het batterijvak (40). Neem de afgewerkte
batterijen eruit en vervang ze door nieuwe (2 x
1,5 volt type R03, LR 03 micro, AAA). Let bij het
installeren op de juiste polariteit van de batterijen.
Sluit het batterijvak opnieuw d.m.v. het deksel.
6.10 Verwijderen van batterijen
Zorg ervoor dat de verpakking milieuvriendelijk
wordt gerecycleerd. Let op een soort bij soort re-
cyclage. Batterijen horen niet thuis bij het gewone
huisvuil. Elke verbruiker is wettelijk gehouden
batterijen naar behoren op de ervoor voorziene
inzamelplaatsen in te leveren. Stuur afgedankte
batterijen naar iSC GmbH, Eschenstraße 6 in
D-94405 Landau. Daar is door de fabrikant een
behoorlijke verwijdering verzekerd.
7. Vervanging van de
netaansluitleiding
Gevaar!
Als de netaansluitleiding van dit apparaat be-
schadigd wordt, dan moet hij door de fabrikant
of diens klantendienst of door een gelijkwaardig
gekwali
fi
ceerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.
8. Reiniging, onderhoud en
bestellen van wisselstukken
Gevaar!
Trek vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
8.1 Reiniging
•
Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventila-
tiespleten en het motorhuis zo veel mogelijk
vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met een
schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
•
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
•
Reinig het toestel regelmatig met een vochti-
ge doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kun-
nen aantasten. Let er goed op dat geen water
in het toestel terechtkomt. Door binnendrin-
gen van water in een elektrische apparatuur
verhoogt het risico van een elektrische schok.
8.2 Koolborstels
Bij bovenmatige vonkvorming laat u de koolbors-
tels door een bekwame elektricien nazien. Let op!
De koolborstels mogen enkel door een bekwame
elektricien worden vervangen.
8.3 Onderhoud
In het toestel zijn er geen andere te onderhouden
onderdelen.
Anl_TC_SM_2531_2_U_SPK9.indb 106
Anl_TC_SM_2531_2_U_SPK9.indb 106
09.09.2019 15:00:33
09.09.2019 15:00:33