NL
- 64 -
6. Bediening
Voorzichtig!
De gazonmaaier is voorzien van een veiligheids-
schakeling om onbevoegd gebruik te voorko-
men. Onmiddellijk vóór ingebruikneming van de
gazonmaaier de veiligheidsstekker (
fi
g. 15/pos.
12) inzetten en bij elke onderbreking of aan het
einde van het werk de veiligheidsstekker terug
verwijderen.
Voorzichtig!
Om het onbedoeld inschakelen te voorkomen is
de grasmaaier voorzien van een beveiliging (
fi
g.
16, pos. 8), die moet worden ingedrukt voordat
de schakelbeugel (
fi
g. 16, pos. 1) kan worden
geactiveerd. Wanneer de inschakelbeugel wordt
losgelaten, wordt de grasmaaier uitgeschakeld.
De starttijd kan enkele seconden bedragen. Bij
draaien zonder belasting loopt het toerental na
enkele seconden terug; bij belasting wordt het
na enkele seconden weer verhoogd. Zodra u de
schakelbeugel loslaat, wordt de grasmaaier uitge-
schakeld. Voer deze procedure meermaals uit om
er zeker van te zijn dat uw toestel correct werkt.
Voordat u een herstelling of onderhoudswerk-
zaamheid op het toestel verricht dient u er zich
van te vergewissen dat het mes niet draait en het
toestel gescheiden is van het net.
Waarschuwing! Open de uitwerpklep nooit
als de opvanginrichting leeg wordt gemaakt
en de motor nog draait. Het roterende mes
kan verwondingen veroorzaken.
Maak de uitwerpklep of de grasopvangzak steeds
zorgvuldig vast. Als u die wilt verwijderen, moet u
voordien de motor stopzetten.
De door de geleidestangen gegeven veiligheid-
safstand tussen meskooi en gebruiker dient
steeds in acht te worden genomen. Tijdens het
maaien en veranderen van rijrichting op bermen
en hellingen dient u bijzonder voorzichtig te werk
te gaan. Let op een veilige stand, draag schoenen
met slipvaste zolen met stroef pro
fi
el en een lan-
ge broek.
Maai steeds dwars over de helling. Op hellingen
van meer dan 15° mag om veiligheidsredenen het
gras niet met de maaier worden afgereden.
Wees bijzonder voorzichtig bij het achteruit bewe-
gen en trekken van de maaier. Struikelgevaar!
Instructies voor het correct maaien
Voor het gras afrijden is een overlappende werk-
wijze aan te bevelen.
Maai enkel met een scherp en intact mes zodat
de grashalmen niet uitrafelen en het gazon niet
geel wordt.
Om een keurig maaipatroon te bereiken leidt u
de maaier in zo recht mogelijke banen. De banen
moeten elkaar steeds overlappen met enkele
centimeters, zodat er geen stroken blijven staan.
De looptijd van de accu, en dus de met een
acculading mogelijke oppervlaktecapaciteit in
vierkante meter, is grotendeels afhankelijk van
de eigenschappen van het gazon (bijv. dicht-
heid, vochtigheid, lengte, maaihoogte…) en de
maaisnelheid (staptempo). Voor de individuele
aanpassing van de oppervlaktecapaciteit wordt
aanbevolen om het gazon vaker, met grotere sni-
jhoogte en in een passend tempo te maaien. Het
frequente in- en uitschakelen van het apparaat
tijdens het maaien verlaagt eveneens de opperv-
laktecapaciteit. Mocht de looptijd van de accu
(oppervlaktecapaciteit) ondanks de bovengeno-
emde maatregelen niet naar tevredenheid zijn,
dan kunnen accu’s met een grotere capaciteit
(Ah) uitkomst bieden.
Hoe vaak moet worden afgereden hangt in prin-
cipe ervan af hoe snel het gras groeit. In de hoof-
dgroeiperiode (mei – juni) twee keer per week,
anders eenmaal per week. De maaihoogte moet
tussen 4 en 6 cm liggen en het gras moet 4 tot 5
cm groeien voordat u het opnieuw afrijdt. Mocht
het gras ooit wat langer worden, maak dan ach-
teraf niet de fout het gras direct in één keer op de
normale hoogte terug te snijden. Dit schaadt het
gazon. Snij dan nooit meer dan de helft van de
grashoogte terug.
De onderkant van het koetswerk van de maaier
schoon houden en afgezet gras zeker verwijde-
ren. Afgezet materiaal bemoeilijkt het starten,
doet afbreuk aan de maaikwaliteit en belemmert
het uitwerpen van het gras.
Op hellingen moet de maaibaan steeds dwars
over de helling verlopen. Het wegglijden van de
maaier kan door schuin omhoog verplaatsen wor-
den voorkomen.
Kies de maaihoogte al naargelang de werkelijke
lengte van het gras. Rijd het gras in meerdere
beurten af, zodat het gazon per beurt maximaal 4
cm korter wordt gereden.
Anl_GE_CM_36_43_Li_M_SPK7.indb 64
Anl_GE_CM_36_43_Li_M_SPK7.indb 64
27.11.2019 15:39:58
27.11.2019 15:39:58