NL
- 63 -
5.3 Elektrische aansluiting
•
De elektrische aansluiting gebeurt aan een
wandcontactdoos met aardingscontact 220-
240 V ~ 50 Hz, ampérage van de zekering
minstens 10 amp.
•
De motor wordt door de ingebouwde ther-
mische contactverbreker beschermd tegen
overbelasting of blokkering. In geval van
oververhitting wordt de pomp automatisch
uitgeschakeld door deze contactverbreker en
na het afkoelen wordt de pomp automatisch
opnieuw in werking gesteld.
6. Bediening
6.1 Inbedrijfstelling
•
Het apparaat opstellen op een stabiele, vlak-
ke en horizontale standplaats.
•
Verwijder de ontluchtingsschroef (6).
•
Schroef de voorfilterschroef (4) af m.b.v. de
bijgaande sleutel (10) en verwijder de voorfil-
ter (12) met terugslagklep (13) zoals getoond
in fig. 3. Daarna kunt u het pomphuis met
water vullen via de voorfilterschroef (4). Het
vullen van de zuigleiding versnelt het aanzui-
gen.
•
De assemblage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
•
Drukleiding openen.
•
Netleiding aansluiten.
6.2 LCD-display en debietschakelaar
De debietschakelaar bezit verschillende instel- en
schakelmogelijkheden. Via de ‘MODE’ toets kunt
u een van de vier bedrijfsmodi selecteren.
POWER-ON MODE:
De netleiding is aangesloten en het apparaat be-
vindt zich in de operationele modus.
AUTOMATIC MODE:
L = debietsensor – de pomp herkent een water-
stroom
P = druksensor – de pomp herkent een drukop-
bouw
Het apparaat bevindt zich in de automatische
modus en schakelt bij gesloten drukleiding auto-
matisch uit. Als er opnieuw water wordt ontnomen
resp. de druk daalt, dan schakelt het apparaat
automatisch weer in. Bij de eerste inbedrijfstelling
voert de pomp maximaal 3 aanzuigpogingen uit.
TIME MODE:
Time NOW =
huidige tijd
Time ON =
inschakelmoment
Time OFF =
uitschakelmoment
Door te drukken op de ‘SET’ toets kunt u het ap-
paraat programmeren. Met de ‘+’ en ‘-’ toets kunt
u de tijd resp. het moment instellen, en met de
‘NEXT’ toets verder schakelen tussen de tijden.
Bevestig vervolgens het in- en uitschakelmoment
nog eens met de ‘SAVE’ toets.
Hiermee bent u klaar met de programmering.
Zorg er nu voor dat de drukleiding binnen het
geprogrammeerde tijdvenster altijd is geopend
en dat het apparaat voldoende water kan aanzu-
igen. Het apparaat loopt binnen het ingestelde
tijdvenster in het continu bedrijf. Opgelet: laat het
apparaat nooit langer tegen druk lopen (zonder
water te ontnemen). Gevaar van oververhitting!
EVER-ON MODE:
Het apparaat loopt in het continu bedrijf. Opgelet:
laat het apparaat nooit langer tegen druk lopen
(zonder water te ontnemen). Gevaar van overver-
hitting!
6.3 Aanzuigmanometer
Bij de correcte inbedrijfstelling van de pomp
transporteert de pomp water en de indicatie op
de aanzuigmanometer in de voor
fi
lterschroef (4)
stijgt tot de betre
ff
ende aanzuighoogte. Tijdens
het bedrijf kan aan de aanzuigmanometer (4) de
momentele aanzuighoogte worden afgelezen
(afbeelding 5).
Indien de pomp bij een aanzuigpoging geen
water transporteert en de waarde aan de aan-
zuigmanometer stagneert of blijft staan bij 0 m,
dan is er sprake van een probleem aan zuigzijde.
Controleer alle verbindingen en de aanzuigslang
op mogelijke lekkages. Vullen van de pomp met
water kan de aanzuigpoging vergemakkelijken. In
principe raden wij aan om een zuigset met zuigs-
lang, zuigkorf en terugslagklep in te zetten.
Anl_GE_AW_1246_N_FS_SPK9.indb 63
Anl_GE_AW_1246_N_FS_SPK9.indb 63
18.07.2019 13:10:47
18.07.2019 13:10:47