NL
- 84 -
In het belang van een lange levensduur van de
accupack is het raadzaam om op tijd voor het
herladen van de accupack te zorgen. Dit is in elk
geval noodzakelijk, wanneer u vaststelt dat het
vermogen van het apparaat afneemt. Ontlaad de
accupack nooit helemaal. Dat leidt tot een defect
van de accupack!
6.2 Inschakelen (afbeelding 8)
Om in te schakelen de Aan/Uit-schakelaar (2)
naar voor schuiven en naar beneden drukken.
Om de haakse slijper uit te schakelen de Aan/Uit-
schakelaar (2) achter omlaag drukken. De Aan/
Uit-schakelaar (2) springt terug in de uitgangs-
positie.
Aanwijzing!
Na een stilstand van het accu apparaat (door
overbelasting) start dit weer automatisch.
Aanwijzing!
Wacht tot de machine zijn maximale toerental
heeft bereikt. Daarna kunt u de haakse slijper
tegen het werkstuk aanzetten en het bewer-
ken.
6.3 Accu-capaciteitsindicatie (
fi
g. 2c/pos. d)
Druk op de schakelaar voor accu-capaciteitsindi-
catie (e). De accu-capaciteitsindicatie (d) signa-
leert de laadtoestand van de accu aan de hand
van 3 LEDs.
Alle 3 LEDs branden:
De accu is vol geladen.
2 of 1 LED(s) branden:
De accu beschikt over voldoende restlading.
1 LED knippert:
De accu is leeg, laad de accu.
Alle LEDs knipperen:
De temperatuur van de accu is te laag. Verwijder
de accu van het apparaat en laat de accu één
dag liggen bij ruimtetemperatuur. Als de fout
opnieuw optreedt, dan werd hij diep ontladen en
is hij defect. Neem de accu van het apparaat. Een
defecte accu mag niet meer gebruikt resp. gela-
den worden.
6.4 Wisselen van de slijpschijven
(afbeelding 9)
•
Eenvoudige wissel van de slijpschijf dankzij
spilarrêt en snelspanmoer.
•
Spilarrêt indrukken en slijpschijf laten vast-
klikken.
•
De snelspanmoer met de hand tegen de klok
in openen (zie afbeelding 5).
•
Slijp- of doorslijpschijf wisselen en snel-
spanmoer met de hand met de klok mee
vastdraaien.
Waarschuwing!
Om veiligheidsredenen mag de snelspanmoer (5)
alleen worden gebruikt voor deze haakse slijper.
Aanwijzing!
De spilvergrendeling slechts bij stilstaande
motor en slijpspil drukken!
De spilvergrendeling moet U bij het verwisse-
len van schijf blijven drukken.
6.5 PROEFDRAAIEN VAN NIEUWE SLIJP-
SCHIJVEN
De haakse slijper met gemonteerde slijp- of snij-
schijf minstens 1 minuut vrij laten lopen. Vibreren-
de schijven onmiddellijk vervangen.
6.6 SLIJPSCHIJVEN
•
De slijp- of snijschijf mag nooit groter zijn dan
de voorgeschreven diameter.
•
Controleer vóór het gebruik van de slijp- of
snijschijf haar aangeduid toerental.
•
Het maximumtoerental van de slijp- of
doorslijpschijf moet hoger zijn dan het statio-
nair toerental van de haakse slijper.
•
Gebruik enkel slijp- of snijschijven die toe-
gelaten zijn voor een minimum toerental van
8.500 min
-1
en voor een omtreksnelheid van
52 m/sec.
•
Let bij gebruik van diamantsnijschijven op
de draairichting. De draairichtingspijl op de
diamantsnijschijf moet overeenkomen met de
richtingspijl op het gereedschap.
Waarschuwing!
Let vooral bij de slijplichamen op een behoorlijke
berging en transport. Stel de slijplichamen nooit
bloot aan stoten, schokken of scherpe kanten
(b.v. tijdens het transport of bij het opbergen in
een gereedschapskist). Daardoor zou schade
aan de slijplichamen, zoals b.v. barstjes, kunnen
worden berokkend en de gebruiker in gevaar kun-
nen worden gebracht.
Waarschuwing!
6.7 WERKWIJZE
6.7.1 Schrobslijpen (
fi
g. 10)
Let op!
De beschermkap voor het slijpen ge-
Anl_TE_AG_18_115_Q_Li_SPK13.indb 84
Anl_TE_AG_18_115_Q_Li_SPK13.indb 84
26.07.2022 13:55:37
26.07.2022 13:55:37