32
zaagblad.
앬
Na het uitschakelen van de motor mag het
zaagblad in geen geval worden afgeremd door er
zijdelings tegen de duwen.
앬
Installeer slechts goed scherpgeslepen, niet
vervormde, barstvrije zaagbladen.
앬
Alleen gereedschappen die overeenkomen met
EN 847-1:1997 mogen op de machine worden
gebruikt.
앬
Beschadigde zaagbladen dienen onmiddellijk te
worden vervangen.
앬
Gebruik geen zaagbladen die niet overeenkomen
met de karakteristieke gegevens vermeld in deze
gebruiksaanwijzing.
앬
Vergewis u zich ervan dat de pijl op het zaagblad
overeenkomt met de pijl aangebracht op het
toestel.
앬
Vergewis u zich ervan dat het zaagblad in geen
enkele stand de draaitafel raakt door het
zaagblad bij uitgetrokken netstekker met de hand
in de 45° en 90° stand te draaien. Zaagkop,
indien nodig, volgens punt C/F opnieuw justeren.
앬
Zorg ervoor dat alle inrichtingen die het zaagblad
afdekken behoorlijk werken.
앬
De bewegelijke beschermkap mag in geopende
toestand niet worden vastgeklemd.
앬
Veiligheidsinrichtingen aan de machine mogen
niet worden gedemonteerd of onbruikbaar
gemaakt.
앬
Beschadigde of defecte veiligheidsinrichtingen
dienen onmiddellijk te worden vervangen.
앬
Zaag geen werkstukken die te klein zijn om ze
veilig met de hand te kunnen vasthouden.
앬
Vermijdt onhandige handposities waarbij een of
de beide handen het zaagblad kunnen raken
door plots weg te glijden.
앬
Bij lange werkstukken is een bijkomende steun
(tafel, schragen etc.) vereist om het kantelen van
de machine te voorkomen.
앬
Ronde werkstukken zoals plugstangen etc.
dienen altijd met behulp van een gepaste
inrichting te worden vastgespannen.
앬
Er mogen zich geen nagels of andere vreemde
voorwerpen in het te zagen gedeelte van het
werkstuk bevinden.
앬
U staat tijdens het zagen altijd aan de zijkant van
het zaagblad.
앬
De machine niet belasten zodat ze tot stilstand
komt.
앬
Duw het werkstuk altijd hard tegen de werkplaat
en aanslagrail om een wankelen of verdraaien
van het werkstuk te verhinderen.
앬
Zorg ervoor dat de afgezaagde stukken aan de
zijkant van het zaagblad kunnen worden
verwijderd. Anders zouden ze door het zaagblad
kunnen worden gegrepen en weggeslingerd.
앬
Zaag nooit meerdere werkstukken tegelijk.
앬
Verwijder nooit losse splinters, zaagsel of
vastgeklemde stukken hout terwijl het zaagblad
draait.
앬
Schakel de machine uit alvorens storingen te
verhelpen of vastgeklemde stukken hout te
verwijderen. - Netstekker trekken -
앬
Vóór montage-, instel- meet- en
schoonmaakwerkzaamheden telkens zeker de
motor uitschakelen. - Netstekker trekken -
앬
Controleer of sleutels en instelgereedschappen
zijn verwijderd alvorens de machine in te
schakelen.
앬
Bij het verlaten van de werkplaats de motor
uitschakelen en de netstekker uit het stopcontact
trekken.
앬
Elektrische installaties, herstellingen en
onderhoudswerkzaamheden moten slechts door
deskundige worden uitgevoerd.
앬
Alle bescherm- en veiligheidsinrichtingen moeten
aan het einde van een herstelling of onderhoud
onmiddellijk worden hermonteerd.
앬
De veiligheids-, werk- en
onderhoudsvoorschriften van de fabrikant alsook
de afmetingen vermeld onder „Technische
gegevens“ dienen in acht te worden genomen.
앬
De desbetreffende voorschriften ter voorkoming
van ongevallen en de andere algemeen erkende
veiligheidsregelen moeten worden nageleefd.
앬
Voorlichtingsbladen van de
ongevallenverzekering in acht nemen (VBG 7j).
앬
Sluit telkens bij het werken met de zaag de
stofzuiginstallatie aan.
앬
Het bedrijf in gesloten ruimten is alleen
toegelaten met een gepaste afzuiginstallatie.
앬
De kapzaag dient te worden aangesloten op een
230 V stopcontact met randaarding dat door een
zekering van minstens 10 A beveiligd is.
앬
Gebruik geen machine met een laag vermogen
voor zwaar werk.
앬
Gebruik de kabel niet voor doeleinden waarvoor
hij niet is bedoeld !
앬
Zorg voor een veilige stand en bewaar steeds uw
evenwicht.
앬
Controleer het gereedschap op eventuele
beschadigingen !
앬
Veiligheidsinrichtingen of licht beschadigde
onderdelen zorgvuldig op hun behoorlijke en
doelmatige werkwijze controleren alvorens het
gereedschap verder te gebruiken.
앬
Controleer of de bewegelijke onderdelen naar
behoren functioneren en niet klem zitten alsook
of onderdelen beschadigd zijn. Alle onderdelen
moeten correct gemonteerd zijn en alle
voorwaarden vervullen om de behoorlijke
werkwijze van het gereedschap te waarborgen.
NL
Anleitung KGST 210-1 25.05.2005 14:20 Uhr Seite 32