de boom gaan staan.
Bij het teruggaan na de velsnede dient u op
neerkomende takken te letten.
Bij het werken op een helling dient de bedienaar
van de zaag hoger dan de te bewerken stam of
liggende boom of zijdelings ervan te staan.
Indien de aansluitkabel wordt beschadigd, dient
die door de fabrikant of door zijn vertegenwoordi-
ger van de dienst na verkoop te worden vervan-
gen om gevaren te voorkomen.
Om terugslag te vermijden zijn volgende punten
in acht te nemen:
De elektrische zaag nooit met de top van de rail
aanzetten om te snijden! Top van de rail altijd in
het oog houden.
Nooit met de top van de rail zagen! Wees voor-
zichtig bij het voortzetten van reeds begonnen
sneden.
De snede altijd met draaiende zaagketting begin-
nen!
Zaagketting steeds naar behoren scherpen.
Nooit meerdere takken tegelijk doorzagen!
Tijdens het afsnoeien erop letten dat geen ande-
re tak wordt geraakt.
Tijdens het pas zagen op dichtbij liggende stam-
men letten. Indien mogelijk zaagbok gebruiken.
5. Transport van de kettingzaag
Vóór het transport van de kettingzaag de netstekker
uittrekken en de kettingkast over rail en ketting schui-
ven. Wanneer meerdere sneden met de kettingzaag
worden uitgevoerd, moet de zaag tussen de sneden
worden uitgeschakeld.
6. Voor inwerkingstelling
De spanning van de stroombron moet overeenko-
men met de gegevens vermeld op het kenplaatje van
de machine. Telkens voor werkbegin de kettingzaag
controleren op correcte werkwijze en voorgeschre-
ven bedrijfszekere toestand. Vóór werkbegin de fun-
ctie van de kettingsmering en het oliepeil controleren
(zie fig. 9). Wanneer de olie ( 5 mm boven de onder-
ste rand staat (in de illustratie door „min“ geken-
merkt), moet olie worden bijgevuld. Boven dit peil
werkt u in een veilig gebied. Kettingzaag inschakelen
en boven heldere grond houden. Opgelet! De ketting
mag de grond niet raken; daarom een veiligheidsaf-
stand van ± 20 cm houden. Als zich nu een toene-
mend oliespoor vertoond, werkt de kettingsmering
correct. Als zich geen oliespoor vertoond, eventueel
olie-uitloopkanaal (4), de bovenste kettingspanboring
en het oliekanaal schoonmaken of de klantenservice
consulteren. (Gelieve hiervoor zeker ook de alinea
„Kettingolie ingieten en kettingsmering“ lezen).
Kettingspanning controleren en zo nodig naspannen
(zie alinea „Spannen van de zaagketting“). Werking
van de kettingrem controleren (zie ook alinea
„Loszetten van de kettingrem“).
7. Montage van de geleiderail en zaag-
ketting
De netstekker mag niet in het stopcontact gesto-
ken zijn.
- Let op! De voorste handbescherming (2) moet
zich altijd in de bovenste (verticale) positie bevin-
den.
De geleiderail en de zaagketting worden los meege-
leverd. Voor de montage eerst de bout met veerring
(16a+b) afschroeven en de afdekking (15) van de
remkast verwijderen. De kettingspanbout (13) moet
zich centraal in de geleiding (5) bevinden. Schroef zo
nodig de kettingspanbout na met behulp van de ket-
tingspanschroef (6). Ter voorkoming van verwondin-
gen door de scherpe snijkanten is het dragen van
handschoenen aan te raden bij de montage alsook
tijdens het spannen en bij de eindcontrole. Vooraleer
u nu de geleiderail samen met de zaagketting mon-
teert, moet u de snijrichting van de tanden in acht
nemen! De draairichting is op de afdekking (15)
gekenmerkt door een pijl. De zaagketting eventueel
omdraaien (7) om de snijrichting te bepalen.
Geleiderail (8) met de top verticaal omhooghouden
en de zaagketting (7) opleggen, beginnend aan de
top van de rail. Monteer dan de geleiderail samen
met de zaagketting als volgt: Geleiderail met zaag-
ketting op de geleiding (5) resp. kettingspanbout (13)
plaatsen. Zaagketting rond het kettingwiel (12)
plaatsen, controleren, of de ketting correct is gemon-
teerd (zie fig. 1 pos. 7). Afdekking (15) aanzetten en
met ve schroef (16a + b) lichtjes aanhalen.
Daarna moet u de zaagketting correct spannen:
8. Spannen van de zaagketting
Telkens netstekker uit het stopcontact trekken
alvorens aan de machine te beginnen werken!
Veiligheidshandschoenen dragen!
Let erop dat de zaagketting (7) in de leisleuf van de
rail (8) ligt! Kettingspanschroef (6) met kruis-
kopschroevendraaier naar rechts draaien in de
richting van de wijzers van de klok tot dat de zaag-
ketting correct gespannen is. Daarna moet de gelei-
derail tijdens het aanhalen van de schroef (16a)
omhoog worden gedrukt. De spanning van de ketting
NL
34
Anleitung EKS 2040-1 P 27.10.2004 15:23 Uhr Seite 34
Summary of Contents for 2040/1P
Page 4: ...4 3 4 12 4 6 5 13 lkanal 17 Anleitung EKS 2040 1 P 27 10 2004 15 23 Uhr Seite 4...
Page 5: ...5 6 10 10 1 5 9 Max Min 7 8 Anleitung EKS 2040 1 P 27 10 2004 15 23 Uhr Seite 5...
Page 6: ...6 10 2 11 10 3 10 4 12 13 B A A Anleitung EKS 2040 1 P 27 10 2004 15 23 Uhr Seite 6...
Page 77: ...77 Notizen Anleitung EKS 2040 1 P 27 10 2004 15 23 Uhr Seite 77...
Page 78: ...78 Notizen Anleitung EKS 2040 1 P 27 10 2004 15 23 Uhr Seite 78...