06/10
51
Réglages individuels
Individuele instellingen
Pour finir, cliquez sur « Ok », puis dans la fenêtre « Com-
mande » encore une fois sur « Ok ».
Dans l’option de menu « Simulation », sélectionnez « Initiali-
sation automatique » et cliquez ensuite sur « Initialiser ».
Maintenant, la simulation démarre et l’avion / l’hélicoptère
peut être commandé par l’émetteur.
Pour d’autres réglages du logiciel, veuillez tenir compte des
informations éventuellement contenues dans le logiciel ou
sur le CD.
Il est bien sûr également possible d’utiliser d’autres programmes,
car l’émetteur de la télécommande fonctionnant au moyen de
l’USB Interface pour le système d’exploitation est conçu comme
une manette de jeu conventionnelle.
Cela signifie que chaque jeu pouvant être commandé au moyen
d’une manette/d’un pad de jeu peut être piloté par l’émetteur.
Veuillez tenir compte que les touches d’une manette/d’un pad de
jeu conventionnel n’existent naturellement pas sur l’émetteur.
Trucs et astuces
Si l’avion / l’hélicoptère ne réagit pas correctement à la com-
mande, calibrez la commande dans le logiciel.
Lorsque vous n’utilisez pas le programme joint, le calibrage
doit être effectué directement dans le panneau de configura-
tion de Windows XP (par ex. l’option « Gamecontroller ») ou,
si disponible, dans le programme correspondant.
En cas de problèmes lors du fonctionnement (l’appareil n’est
pas détecté etc.), ne branchez pas l’USB Interface à un port
d’un concentrateur USB, mais directement sur un port USB
libre de l’ordinateur (ou utilisez un propre bloc d’alimentation
pour le concentrateur USB).
Entretien / élimination
Entretien
Une inspection et un entretien régulier des
composants de l’hélicoptère et des réglages de
base sont primordiaux pour un fonctionnement
sûr et une performance optimale.
Vérifiez toujours
Tous les raccords vissés. Sécurisez-les éventuellement par
une laque de sécurité pour vis.
Le positionnement sécurisé de l’accu de propulsion.
L’équilibre du modèle
Rotor principal
Vérifiez les pales du rotor principal pour dommages. Les pa-
les endommagées provoquent des déséquilibres et au pire
une perte de contrôle.
Bien s’assurer que les pales de rotor sont équilibrées.
Vérifiez le plan de rotation.
Contrôlez les vis de fixation sur les pales de rotor. Celles-ci
doivent être serrées de façon à permettre que les pales de
rotor soient encore en mesure, pendant leur service, de se
positionner en un angle de180° l’une par rapport à l’autre.
C’est seulement ainsi qu’il est possible d’assurer un vol faib-
le en vibrations et en équilibre.
Si vous maintenez l’arbre de rotor horizontal, les pales de
rotor doivent se rabattre d’elles-mêmes vers le bas.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
U kunt natuurlijk ook andere programma´s gebruiken daar
de functie van de afstandsbediening via de interface voor het
besturingssysteem
als een gewone joystick is.
Dit betekent dat elke game die via een joystick/gamepad bestu-
urd kan worden ook via de afstandsbediening bestuurd kan
worden.
Houd er wel rekening mee dat de afstandsbediening niet de
toetsen van een gewone joystick/gamepad heeft.
Tips & hints
Als het vliegtuig niet juist op de besturing reageert, moet u de
besturing van de software kalibreren.
Als u andere programma´s dan het meegeleverde program-
ma gebruikt, moet u de kalibratie direct bij het Configuratie-
scherm van Windows XP doen (bv. de optie “Gamecontroller”)
of direct in het betreffende programma (indien mogelijk).
Als er problemen bij de werking zijn (het apparaat wordt niet
herkend e.d.), moet u de interface direct op een USB poort
van de computer aansluiten en niet op een poort van een
USB hub (of gebruik een eigen voeding voor de USB hub).
Onderhoud / verwijdering
Onderhoud
Een regelmatige inspectie en onderhoud van
de componenten van de helikopter en van de
basisinstellingen is noodzakelijk voor een vei-
lig bedrijf en een optimaal rendement.
Controleer in het algemeen
Alle schroefverbindingen. Eventueel met schroefarreteerlak
bevestigen.
De zekere zit van de vliegaccu
Het evenwicht van het model
Hoofdrotor
Controleer de hoofdrotorbladen op beschadigingen. Bescha-
digde rotorbladen leiden tot onbalans en in het ergste geval
tot een verlies van de controle.
Verzeker dat de rotorblader perfect in balans zijn.
Controleer de spoorloop.
Controleer ook de arreteerschroeven aan de rotorbladen.
Deze mogen slechts zover aangetrokken worden dat de ro-
torbladen nog in staat zijn zich tijdens het bedrijf in een hoek
van 180° onderling uit te lijnen. Alleen zo is een vibratiearme
werking zonder onbalans mogelijk.
Wanneer u de rotoras in horizontale positie houdt moeten de
rotorbladen vanzelf naar beneden afklappen.
Observeer de hoofdrotoras; is de rotoras gebogen dan leidt
dit tot onbalans en eventueel tot verlies van de controle.
De aansturingen en omsturingen van de tuimelschijfsturing
moeten soepel en zonder spanning werken.
Roerhoornen, kogelkoppen, aansturingen
Let op speling, soepele werking en beschadigingen. Alle
aansturingen moeten rechtlijnig en spanningsvrij lopen.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
