NL
SMP301-02/-03
Voeding monteren
83
6
Voeding monteren
6.1
Voeding bevestigen
Neem bij de keuze van de montageplaats de onderstaande instructies in acht:
•
De voeding mag loodrecht op een wand (maximale omgevingstemperatuur
50 °C) of volledig horizontaal op de vloer of op een voetstuk (maximale omge-
vingstemperatuur 40 °C en maximale belasting 75 %) gemonteerd worden.
•
De optimale inbouwpositie is loodrecht op een wand.
•
De voeding moet op een tegen vocht beschermde positie worden gemonteerd.
•
De voeding mag niet in een ruimte met licht ontvlambare materialen (bijv. de gas-
fleskast) worden gemonteerd.
•
De voeding mag niet in een stoffige omgeving worden gemonteerd.
•
De montageplaats moet goed geventileerd zijn. Bij installaties in gesloten, kleine
ruimtes moet er ventilatie mogelijk zijn. Houd rekening met de minimale afstand
tot de voeding (afb.
3
, pagina 4).
•
De ventilatieopeningen moeten vrij blijven.
•
Bij omgevingstemperaturen die hoger zijn dan hierboven genoemd (bijv. in de
motorruimte, de verwarmingsruimte of door directe zonnestraling) kan door de
warmteontwikkeling in de voeding zelf bij belasting de voeding automatisch uit-
schakelen.
•
Het montagevlak moet vlak zijn en voldoende stevigheid bieden.
A
Bevestig de voeding als volgt:
➤
Zet de voeding vast met een schroef in alle vier de bevestigingspunten
(afb.
4
3, pagina 5).
LET OP!
Controleer voor het boren of er geen elektrische kabels of andere delen
van het voertuig door boren, zagen en vijlen beschadigd kunnen raken.
SMP301-02_03-IO-7s.book Seite 83 Donnerstag, 1. Juni 2017 3:40 15