57
neDerlanDs
bedacht op blokkade. Pak de boor
stevig vast om de draaiactie te
beheersen en letsel te voorkomen.
4.
ALS DE BOOR VASTLOOPT
komt dit meestal
omdat hij overbelast is of verkeerd gebruikt
wordt.
LAAT DE TREKKER ONMIDDELLIJK
LOS,
verwijder de boor uit het werkstuk en
stel de reden van het vastlopen vast.
KLIK
DE TREKKER NIET UIT EN AAN IN EEN
POGING OM EEN VASTGELOPEN BOOR
OP TE STARTEN — DIT KAN DE BOOR
BESCHADIGEN.
5. Om het gevaar van vastlopen of door het
materiaal te breken te verlagen, vermindert u
de druk op de boor en laat u de boor langzaam
door het laatste deel van het gat boren.
6. Houd de motor draaiende als u de boor uit
een geboord gat trekt. Dit helpt vastzitten te
voorkomen.
7. Bij boren met variabele snelheid is het niet nodig
een voorboring uit te voeren. Gebruik een lage
snelheid om te beginnen met het boorgat en
voer de snelheid op door de trekker steviger
in te drukken als het gat diep genoeg is om te
boren zonder dat de boor eruit kan schieten.
IN METAAL BOREN
Begin op lage snelheid te boren en verhoog naar
volledige snelheid terwijl u stevige druk op het
gereedschap uitoefent. Een gelijkmatige hoeveelheid
metaalsplinters die vrijkomt, geeft aan dat u de juiste
boorsnelheid gebruikt. Gebruik een smeermiddel als
u metaal boort. De uitzonderingen hierop zijn gietijzer
en koper, die droog dienen te worden geboord.
OPMERKING:
Grote [8 mm (5/16") tot 13 mm
(1/2")] gaten in staal kunnen gemakkelijker worden
gemaakt als eerst een proefgat [4 mm (5/32") tot 5
mm (3/16")] wordt geboord.
IN HOUT BOREN
Begin op lage snelheid te boren en verhoog naar
volledige snelheid terwijl u stevige druk op het
gereedschap uitoefent. Gaten in hout kunt u boren
met dezelfde spiraalboren die voor metaal worden
gebruikt. Deze boren kunnen oververhit raken tenzij
ze regelmatig uit het boorgat worden getrokken om
houtsplinters te verwijderen. Een werkstuk dat zeer
waarschijnlijk splinters geeft, dient met een stuk hout
te worden ondersteund.
ONDERHOUD
Uw
D
e
WALT
gereedschap op stroom is ontworpen
om gedurende een lange tijdsperiode te functioneren
met een minimum aan onderhoud. Het continu naar
bevrediging functioneren hangt af van de juiste zorg
voor het gereedschap en regelmatig schoonmaken.
Schakelaar variabele snelheid (fig. 1)
DWD014, DWD014S
Om de snelheid te verminderen draait u de
schakelaar variabele snelheid (G) tegen de klok in.
Om de snelheid te verhogen, draait u de schakelaar
met de klok mee.
Juiste positie van de handen (fig. 7)
WAARSCHUWING:
Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
dient u
ALTIJD
de handen in de juiste
positie te hebben, zoals afgebeeld in
figuur 7.
WAARSCHUWING:
Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
houdt u het
ALTIJD
stevig vast,
anticiperend op een plotseling reactie.
De juiste positie van de handen betekent één hand
onder de behuizing, terwijl u met de andere hand de
hoofdgreep (H) vasthoudt.
Boren
WAARSCHUWING: Om het gevaar
op ernstig persoonlijk letsel te
verminderen, zet u het gereedschap
uit en ontkoppelt u het van de
stroomvoorziening, voordat u enige
aanpassing maakt of hulpstukken of
accessoires verwijdert/installeert.
WAARSCHUWING:
Zorg er om
het risico op persoonlijk letsel te
verminderen
ALTIJD voor dat het
werkstuk stevig vastgemaakt of
vastgeklemd is. Als u door dun materiaal
boort, dient u een houten steunblok te
gebruiken om schade aan het materiaal
te voorkomen.
1. Gebruik uitsluitend scherpe boren. Voor HOUT
gebruikt u de langzame snelheidsinstelling
en spiraalboren, steekboren, grondboren of
zaagboren. Voor METAAL gebruikt u lage
snelheidsinstelling en spiraalboren of zaagboren.
2. Oefen altijd druk uit in een rechte lijn met de
boor. Gebruik voldoende druk om de boor
verder te laten boren, maar druk niet zo hard
dat de motor vastloopt of de boor doorbuigt.
3. Houd het gereedschap stevig met beide
handen vast om het wegdraaien van de boor te
voorkomen.
VOORZICHTIG:
Boor kan blokkeren
indien overbelast, wat een plotselinge
draaiing veroorzaakt. Wees altijd