84
nEDERLanDs
ondersteund te worden, bij de doorslijpplek en in de buurt
van beide uiteinden.
e )
Gebruik geen doffe of beschadigde bladen.
Niet
gescherpte of onjuist afgestelde bladen maken enge
sneden, wat leidt tot overmatige wrijving, klemraken van
het blad en terugslag.
f )
Bladdiepte en sluithendels van hoekafstelling
moeten stevig vastzitten alvorens te snijden.
Indien
de bladafstelling verschuift bij het snijden, dan kan dit
leiden tot klemraken en terugslag.
g )
Wees bijzonder voorzichtig wanneer u in bestaande
muren of andere verborgen gedeelten zaagt.
Het
vooruitstekende zaagblad kan voorwerpen zagen die
terugslag kunnen veroorzaken.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR ZAGEN MET
EEN SLINGER‑ZAAGBLADBESCHERMKAP
Functie van onderste beschermkap
a )
Controleer voor ieder gebruik dat de onderste
zaagbladbeschermkap goed sluit. Gebruik de
zaag niet als de onderste beschermkap niet vrij
beweegt en niet ogenblikkelijk sluit. Klem of bind de
onderste beschermkap nooit vast in een geopende
stand. Als de zaag komt te vallen, kan de onderste
beschermkap verbogen raken.
Breng de onderste
beschermkap met de terugtrekkende handgreep omhoog
en controleer dat de kap vrij kan bewegen en onder geen
enkele hoek en bij geen enkele zaagdiepte het zaagblad of
een ander onderdeel raakt.
b )
Controleer dat de veer van de onderste beschermkap
goed werkt. Als de beschermkap en de veer niet goed
werken, moeten zij vóór gebruik worden nagezien.
Mogelijk werkt de onderste beschermkap traag als
gevolg van beschadigde onderdelen, ingedikte resten van
smeermiddelen of opeenhoping van vuil.
c )
De onderste beschermkap moet alleen met de hand
worden teruggetrokken voor speciale zaagsneden,
zoals ìinvalzaagsnedenî en ìsamengestelde
zaagsnedenî. Breng de onderste beschermkap
omhoog door de handgreep terug te halen en laat de
kap los zodra het zaagblad in het materiaal dringt.
Voor alle andere zaagwerkzaamheden moet de onderste
beschermkap automatisch functioneren.
d )
Let er altijd goed op dat de onderste beschermkap
het zaagblad bedekt voordat u de zaag op een
werkbank of op de vloer zet. Als het zaagblad
onbeschermd is kan het uitlopende zaagblad de
zaag naar achteren laten lopen en kan alles wat de
zaag tegenkomt beschadigd raken.
Houd rekening
met de tijd die het zaagblad nodig heeft om tot stilstand te
komen nadat u de schakelaar hebt losgelaten.
Aanvullende veiligheidsvoorschriften
voor cirkelzagen
•
Draag oorbeschermers.
Blootstelling aan lawaai kan leiden
tot gehoorverlies.
•
Draag een stofmasker.
Blootstelling aan stofdeeltjes
kan voor ademhalingsproblemen en mogelijke
verwondingen zorgen.
•
Gebruik geen bladen met een grotere of kleiner
diameter dan aanbevolen.
Zie de
technische gegevens
voor de juiste zaagcapaciteiten. Gebruik enkel de bladen
gespecificeerd in deze handleiding die voldoen aan EN 847-1.
•
Gebruik alleen zaagbladen waarop een snelheid wordt
vermeld die gelijk is aan of hoger is dan de snelheid die
op het gereedschap wordt vermeld.
•
Voorkom oververhitting van de tanden van
het zaagblad.
•
Installeer vóór gebruik de stofafzuigpoort op de zaag.
•
Gebruik nooit schurende afsnijwielen
.
•
Gebruik geen accessoires voor de toevoer van water.
•
Zet het werkstuk met klemmen of op een andere
praktische manier vast en ondersteun het werkstuk
op een stabiele ondergrond
. Wanneer u het werkstuk
vasthoudt met de hand of het tegen uw lichaam gedrukt
houdt, is het instabiel en kunt u de controle verliezen.
Overige risico’s
Ondanks het toepassen van de relevante
veiligheidsvoorschriften en het toepassen van
veiligheidsapparaten kunnen sommige overige risico’s niet
worden vermeden. Dit zijn:
• Gehoorbeschadiging .
• Risico op persoonlijk letsel door rondvliegende deeltjes.
• Risico van brandwonden omdat accessoires tijdens het
gebruik heet worden.
• Risico van persoonlijk letsel als gevolg van langdurig gebruik.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Laders
D
e
WALT
laders hoeven niet te worden afgesteld en zijn zo
ontworpen dat zij zeer gemakkelijk in het gebruik zijn.
Elektrische veiligheid
De elektrische motor is slechts voor één voltage
ontworpen. Controleer altijd of het voltage van de accu
overeenkomt met het voltage op het typeplaatje. Zorg er ook
voor dat het voltage van uw oplader overeenkomt met dat van
uw stroomvoorziening.
Uw
D
e
WALT
oplader is dubbel geïsoleerd in
overeenstemming met EN60335; daarom is geen
aarding nodig.
Als het netsnoer is beschadigd, mag het alleen
worden vervangen door
D
e
WALT
of door een
geautoriseerd servicebedrijf.
Summary of Contents for DCS571
Page 1: ...DCS571 ...
Page 3: ...1 Fig A Fig B 3 13 3 13 16 2 1 3 13 5 7 6 8 12 14 4 10 11 15 XXXX XX XX 9 ...
Page 4: ...2 Fig E Fig F Fig G Fig H Fig C Fig D 18 8 17 7 19 20 10 21 21 12 5 4 29 5 27 30 ...
Page 5: ...3 Fig K Fig I Fig L Fig J Fig M 22 23 23 24 26 25 28 9 31 ...
Page 170: ......
Page 171: ......