NEDERLANDS
100
Belangrijke veiligheidsinstructies
voor alle acculaders
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES:
Deze handleiding
bevat belangrijke veiligheids- en bedieningsinstructies
voor de acculaders DE9130, DE9135 en DE9116.
• Lees voor gebruik van de accu en lader eerst
alle instructies en waarschuwingen op de
lader, de accuset en op het product waarin de
accuset wordt gebruikt.
GEVAAR:
Elektrocutiegevaar. 230 volt
is aanwezig op de laadterminals. Niet
sonderen met geleidende voorwerpen.
Dit kan leiden tot elektrische schokken
of elektrocutie.
WAARSCHUWING:
Elektrocutiegevaar.
Zorg dat er geen vloeistof in de
werklamp/lader binnendringt. Dit kan
leiden tot elektrische schokken.
VOORZICHTIG:
Risico op
brandwonden. Laad, om het risico
op letsel te beperken, uitsluitend
oplaadbare batterijen van D
E
WALT op.
Andere typen accu’s kunnen barsten.
Dit kan leiden tot lichamelijk letsel en
schade.
VOORZICHTIG:
Als de lader is
aangesloten op de voedingsbron,
kunnen de blootliggende contactpunten
in de lader onder bepaalde
omstandigheden kortsluiten onder
invloed van vreemd materiaal. Vreemde
geleidende materialen, waaronder,
maar niet beperkt tot, staalwol,
aluminiumfolie of een opeenhoping van
metaalhoudende deeltjes, moeten uit de
buurt van openingen in de lader worden
gehouden. Koppel de lader altijd los van
de voedingsbron als er geen accuset in
zit. Ontkoppel de lader voordat u deze
reinigt.
• Probeer de accuset NIET op te laden
met andere laders dan de laders in deze
handleiding.
De lader en de accuset zijn
specifiek op elkaar afgestemd.
• Deze laders zijn niet bedoeld voor ander
gebruik dan het opladen van D
E
WALT
herlaadbare accu’s.
Bij andere toepassingen
bestaat risico op brand, elektrische schokken of
elektrocutie.
• Stel de lader niet bloot aan regen of sneeuw.
• Trek de stekker niet los aan het snoer
wanneer u de lader ontkoppelt.
Zo beperkt u
het risico op beschadiging aan stekker en snoer.
• Plaats het snoer zo dat niemand erop kan
stappen of erover kan struikelen, of het
snoer op een andere andere manier kan
beschadigen
.
• Gebruik geen verlengsnoer, tenzij dit echt
noodzakelijk is.
Gebruik van een verkeerd
verlengsnoer kan leiden tot risico op brand,
elektrische schokken of elektrocutie.
• Een verlengsnoer dient een aangepaste
kabeldikte te hebben (AWG of American
Wire Gauge) voor de veiligheid.
Hoe kleiner
de draaddikte, hoe groter de capaciteit van de
kabel, m.a.w. dikte 16 heeft meer capaciteit dan
dikte 18. Wanneer u meer dan 1 verlengsnoer
gebruikt om de totale lengte te krijgen, zorg er
dan voor dan elke verlenging apart minstens de
minimale draadmaat bedraagt.
• Plaats geen voorwerpen op de lader en
plaats de lader niet op een zacht oppervlak.
Hierdoor kunnen de ventilatieopeningen
geblokkeerd raken, wat kan leiden tot
extreem hoge interne temperaturen.
Houd de
lader verwijderd van warmtebronnen. De lader
wordt geventileerd via groeven aan de boven-
en onderkant van de behuizing.
• Gebruik de lader niet als het snoer of de
stekker beschadigd is
– vervang deze in dat
geval direct.
• Gebruik de lader niet als er hard tegenaan
is gestoten, als hij is gevallen of op enigerlei
wijze is beschadigd.
Ga ermee naar een
erkend reparatiepunt.
• Haal de lader niet uit elkaar; ga ermee
naar een erkend reparatiepunt wanneer
onderhoud of reparatie nodig is.
Als de lader
verkeerd in elkaar wordt gezet, kan dit leiden
tot risico op brand, elektrische schokken of
elektrocutie.
• Haal de stekker van de lader uit het
stopcontact voordat u deze reinigt. Zo
beperkt u het risico op elektrische schokken.
U vermindert dit risico niet door de accuset te
verwijderen.
• NOOIT
proberen twee laders samen te
verbinden.
• De lader is ontworpen om te functioneren
met de standaard 230V huishoudelijke
stroomvoorziening. Probeer het toestel niet
te gebruiken met een andere spanning.
Dit
geldt niet voor de lader van het apparaat.