53
Optie 81 - Thermostaatijking corrigeren
Hiermee kan de thermostaatijking met maximaal
±1,5°K worden gecorrigeerd. Druk op
+
tot Optie 81
in het uitleesvenster verschijnt en gebruik
V en Λ
om
de gewenste instelling te kiezen.
Instelling
Elke waarde tussen ±1,5 (Fabrieksinstelling is 0°C)
Optie 90 - Type externe sensor defi niëren, alleen “A”-modellen
Hiermee kan het type externe-sensorinvoer
worden gedefi nieerd. Druk op
+
tot Optie 90 in het
uitleesvenster verschijnt en gebruik
V en Λ
om de
gewenste instelling te kiezen.
Instelling 0
Geen externe sensor gemonteerd
Instelling 1
Externe kamer- of leidingsensor gemonteerd, interne
sensor uitgeschakeld (Fabrieksinstelling)
Instelling 2
Externe begrenzingssensor gemonteerd, zie Optie 93
om instelwaarde te defi niëren
Instelling 3
Geconfi
gureerd als digitale invoer voor raam-,
cardlezer- of teleschakelaar, zie Optie 94 om NC of NO
te defi niëren.
Installa
tiehandleiding
NL
Optie 93 - Instelwaarde begrenzingssensor beperken, alleen “A”-
modellen (Optie 90 ingesteld op 2)
Hiermee kan de begrenzingssensor van de
thermostaat worden ingesteld. Een veel
voorkomende toepassing is bij vloerverwarming.
Druk op
+
tot Optie 93 in het uitleesvenster verschijnt
en gebruik
V
en
Λ
om de gewenste instelling
te kiezen. Als de door de begrenzingssensor
waargenomen temperatuur hoger is dan de
ingestelde grenswaarde, wordt het uitgangssignaal
uitgeschakeld tot de temperatuur 2°C is gezakt. In
het uitleesvenster knippert “F10”.
Instelling
Elke waarde tussen 20 - 50°C
(Fabrieksinstelling is 27°C)