
Handleiding voor gebruik en onderhoud
7
FWEC3
Advanced plus electronic controller
FC66002765
4
naar aanleiding van de luchttemperatuur:
Waar:
■
Set
Set staat voor de temperatuur ingesteld met de pijltjes
■
ZN
staat voor de neutrale zone (parameter
P03
)
De functioneringsmodaliteit van de thermostaat wordt op het
display aangegeven met de symbolen
(afkoelen) en
(opwarmen).
VENTILATIE
ALGEMENE ASPECTEN
De bediening kan twee verschillende soorten ventilatie aan-
sturen:
-
trapsgewijze ventilatie met een vast aantal verkiesbare
snelheden (3 of 4);
-
gemoduleerde ventilatie met een variabele snelheid van
0% tot 100%
Het gebruik van een van deze twee soorten aansturing is natuurlijk
gebonden aan het soort ventilator (gemoduleerd of ongemodu-
leerd) die op de machine installeerd is. De bediening kiest voor
een bepaalde aansturing aan de hand van de ingestelde waarde
voor de con
fi
guratieparameter
P14
. Op zijn beurt voert de trap-
sgewijze afstelling naar aanleiding van het soort klep/pen (
ON/
OFF
of gemoduleerd) twee verschillende logica’s uit. Ook deze
informatie, net als de informatie over het soort ventilatie, wordt
door de bediening gededuceerd aan de hand van de waarde die
de con
fi
guratieparameter
P14
aangenomen heeft. Hieruit volgt
dat de instelling van de con
fi
guratieparameter
P14
voorzichtig
uitgevoerd dient te worden om de correcte functionering van
de unit te garanderen.
Nota
bene:
In de aanwezigheid van de gemoduleerde
ventilatie houdt de bediening, voor een cor-
recte afstelling, ook rekening met het aantal
snelheden, aangegeven met de waarde die
aan de con
fi
guratieparameter
P00
toegekend
is. Deze informatie is essentieel, ondanks
dat het tegenstrijdig lijkt te praten over “het
aantal snelheden” in de aanwezigheid van een
gemoduleerde ventilator, omdat aan het con-
trolesysteem door wordt gegeven of deze unit
geschikt is om te functioneren met natuurlijke
thermoconvectie of niet. Aan de hand van deze
informatie volgt de gemoduleerde afstelling
van de ventilatie verschillende logica’s op.
Kortom, de volgende logica’s voor de automatische afstelling
worden door de bediening aangestuurd (en worden hieronder
gedetailleerd beschreven):
-
trapsgewijze ventilatie met
ON/OFF
klep (of afwezig) en 3
snelheden in de modaliteit afkoelen of verwarmen (spie-
gellogica’s);
-
trapsgewijze ventilatie met
ON/OFF
klep (of afwezig) en
4 snelheden in de modaliteit zomer en winter (spiegello-
gica’s);
-
trapsgewijze ventilatie met gemoduleerde klep en 3 snel-
heden in de modaliteit zomer en winter (spiegellogica’s);
-
trapsgewijze ventilatie met gemoduleerde klep en 4 snel-
heden in de modaliteit zomer en winter (spiegellogica’s);
-
afstelling van de gemoduleerde ventilatie met
ON/OFF
klep in de modaliteit zomer en winter (spiegellogica’s);
-
afstelling van de gemoduleerde ventilatie met gemodule-
erde klep
CONFIGURATIE VAN DE ANALOGE UITGANGEN
0-10V (PARAMETER P
14
)
De volgende tabel fungeert als handleiding voor het correct
instellen van de parameter
P14
naar aanleiding van het soort
klep/pen en ventilator waarmee de unit uitgerust is. Voor elke
soort unit wordt de waarde aangegeven die aan de parameter
P14
toegekend moet worden in combinatie met de gebruikswijze
van de twee analoge uitgangen.
SOORT UNIT
P14
AOUT1
AOUT2
UNIT MET 2 OF 4 BUIZEN
MET ON/OFF KLEP/PEN
EN ONGEMODULEERDE
VENTILATOR
0
NIET GEBRUIKT
NIET GEBRUIKT
UNIT MET 2 BUIZEN MET
GEMODULEERDE KLEP
EN ONGEMODULEERDE
VENTILATOR
1
MODULERING
KLEP
--
UNIT MET 2 BUIZEN MET
GEMODULEERDE KLEP EN
GEMODULEERDE VENTILATOR
2
MODULERING
KLEP
MODULERING
VENTILATOR
UNIT MET 4 BUIZEN MET
GEMODULEERDE KLEP (DE
GEMODULEERDE VENTILATOR
IS NIET TOEGESTAAN)
3
MODULERING
KOUDWATERKLEP
MODULERING
WARMWATERKLEP
UNIT MET 2 OF 4 BUIZEN
MET ON/OFF KLEP/PEN EN
GEMODULEERDE VENTILATIE
4
--
MODULERING
VENTILATOR
SERIËLE COMMUNICATIE
Aansluiting op het RS485communicatienetwerk.
Het communicatienetwerk, type Bus, bestaat uit een eenvou-
dige afgeschermde kabel met 2 conductors direct aangesloten
op de seriële poorten RS485 van de bedieningen (klemmen
A, B en GND).
Voor de realisering van het netwerk gebruik een AWG 24
(doorsnede 0,511 mm) kabel
Het communicatienetwerk dient de volgende algemene structuur
te hebben (afbeelding 4):
In het geval van de “MASTER-SLAVE” oplossing dient een
eindweerstand op de beide bedieningen aan de uiteinden van
het netwerk te worden geïnstalleerd.
N.B.:
(1) Respecteer de polariteit van de verbinding:
aangegeven met A(-) en B(+)
(2) Voorkom aardingsringen (slechts aan een
uiteinde afscherming door aarding)
LOGICA
COMMUTATIE AFKOELEN/OPWARMEN
4 verschillende logica voor de keuze van de functioneringsmo-
daliteit van de thermostaat zijn aanwezig en zijn gede
fi
nieerd
naar aanleiding van de op de bediening ingestelde con
fi
guratie
(parameter
P00
):
1
Plaatselijk
: keuze door de gebruiker door middel van de
toets
2
Afstand
: naar aanleiding van de staat van de Digitale Ingang
DI1 (logica contact: zie parameters con
fi
guratie kaart)
3 naar aanleiding van de watertemperatuur
N.B.
: in het geval van het alarm meter water keert de be-
diening van de modaliteit tijdelijk naar de Plaatselijke
modaliteit terug
Zomer
Winter
Watertemperatuur
Zomer
Winter
Luchttemperatuur
Summary of Contents for Advanced plus
Page 2: ...1 2 5 3 4 ...
Page 3: ...10 8 11 9 6 7 ...
Page 4: ...NOTES ...
Page 21: ......
Page 39: ......
Page 57: ......
Page 75: ......
Page 93: ......
Page 111: ......
Page 129: ......
Page 147: ......
Page 165: ......
Page 183: ......
Page 185: ...NOTES FC66002554L 1 ...
Page 186: ......
Page 187: ...FC66002678 4 UT6600887L 5 ...
Page 188: ...UT6600888L 6 UT6600889L 7 ...
Page 189: ......
Page 190: ......
Page 191: ...U T 6 6 0 0 1 4 1 6 ...