76
11. Ingebruikneming en bediening
a) In-/uitschakelen van de camera
Houd de toets "MODE" ongeveer 2 seconden ingedrukt, om de camera in- resp. uit te
schakelen. Daarbij wordt telkens een geluidssignaal hoorbaar.
b) Bediening via het LC-display aan de bovenzijde
Aan de bovenzijde van de camera (op de klep met het TFT-
display) bevindt zich een klein LC-display met extra indicaties
voor de eenvoudige bediening, bijv. als het TFT-display niet
mag worden gebruikt (dit spaart bovendien stroom).
De volgende bedieningsfuncties zijn beschikbaar:
Zelfontspanner
Druk zo vaak kort op de toets "MODE" tot het symbool voor de zelfontspanner
knippert. Druk op de toets "SET" om de functie te activeren (het symbool
knippert niet meer).
Druk op de toets "SET" om de zelfontspanner te starten (er zal een geluidssignaal
weerklinken). Na ong. 10 seconden wordt automatisch een opname gemaakt.
Met de toets "SET" kan de zelfontspanner opnieuw gestart worden; druk in het
andere geval net zo vaak op de toets "MODE", tot een klein symbool gaat
knipperen (normale modus).
Meervoudig beeld
Druk zo vaak kort op de toets "MODE" tot het links afgebeelde symbool gaat
knipperen. Druk op de toets "SET" om de keuze van de functie te bevestigen.
Bij elke keer bedienen van de ontspanner (toets "SET") worden nu automatisch
3 opnames na elkaar gemaakt.
Resolutie instellen
Druk net zo vaak kort op de toets "MODE", tot "LO" knippert. Druk op de toets
"SET" om te kiezen tussen de hoge en de lage resolutie.
Geen indicatie = hoge resolutie
Indicatie "LO" = lage resolutie