NEDERLANDS
22
6.2
Beveiliging = WEP
Als WEP is geselecteerd als beveiliging worden de volgende instellingen getoond:
1.
Selecteer het type Authenticatie voor uw verbinding (“
Open
” of “
Shared
”).
2.
Selecteer de sleutellengte (“
64Bit”
,
“128Bit”
of
“256Bit”
) voor uw verbinding.
3.
Voer een Encryptiesleutel in bij het Encryption Key veld.
4.
Klik op “
Apply
” om de instellingen op te slaan.
Na de herstart is de C/C klaar voor gebruik!
Let op:
Voer de juiste lengte in voor de Encryptiesleutel:
64Bit:
Hexadecimaal =
10
karakters (“
0-9
” en/of “
A-F
”)
128Bit:
Hexadecimaal =
26
karakters (“
0-9
” en/of “
A-F
”)
256Bit:
Hexadecimaal =
58
karakters (“
0-9
” en/of “
A-F
”)
Onthoud de Encryptiesleutel of schrijf deze op. Deze is benodigd als u een
draadloos station wilt instellen voor een verbinding met de
C/C!
Let op:
Als de beveiliging is ingesteld moet de C/C herstarten. Zie
“
Hoofdstuk 8
” voor herstart instructies.
1
2
3
4