
NEDERLANDS
d.m.v. peer-to-peer-communicatie in een
draadloos netwerk opnemen.
Infrastructure:
hiermee kunt u een
netwerkapparaat d.m.v. een access point in
een draadloos netwerk opnemen.
Channel (kanaal)
Selecteer in de lijst een kanaalnummer dat
overeenkomt met uw netwerkinstellingen. De
kanalen die u kunt gebruiken verschillen per
land.
Kanaal 1-11 (Noord-Amerika)
Kanaal 1-14 (Japan)
Kanaal 1-13 (Europa)
In totaal zijn er 14 kanalen beschikbaar.
Security (beveiliging)
Disable (Uitschakelen):
hiermee wordt de
beveiliging uitgeschakeld.
WEP:
WEP is een authenticatie-algoritme dat
uw draadloze netwerk beschermt tegen
afluisteraars. Het authenticatietype en de
WEP-sleutel van de apparaten die op het
draadloze netwerk zijn aangesloten, moeten
hetzelfde zijn als dat van het access point. Dit
access point ondersteunt 64-/128 bits WEP-
encryptie. Dankzij deze functie vindt binnen het
draadloze netwerk een veilige overdacht van
gegevens plaats.
# Zie ook hoofdstuk 3.2.6.
WPA:
u kunt een van tevoren gedeelde sleutel
gebruiken om netwerkapparaten in het netwerk
toe te laten en tijdens de overdracht gegevens
te coderen. Als u WPA heeft ingeschakeld,
kunt u WEP niet gebruiken.
# Zie ook hoofdstuk 3.2.7.
Preamble Type (type preambule)
Bij “Preamble type” kunt u de lengte van het
preambule blok (voorafgaande informatie) in
de frames tijdens de draadloze
gegevensoverdracht selecteren.
Auto select: het access point kiest zelf het
beste type.
Short: dit is het meest geschikt voor een
draadloos netwerk met veel dataverkeer.
Long: dit type biedt een betrouwbaardere
communicatie.
Transmit Rate (transmissiesnelheid)
Als u bij “Station mode” “802.11b” selecteert,
kunt u hier snelheden tussen 1 en 11 Mbps
kiezen; als u “802.11g” selecteert, kunt u
snelheden tussen 1 en 54 Mbps kiezen.