COMFORTPOOL PRO+10, Installation Instructions Manual

Page: 38 / 42

38
6. Onderhoud and inspectie
6.1 Onderhoud
•
Controleer regelmatig de watertoevoer en -uitlaat. Er moet altijd water door het systeem lopen.
Lucht in het systeem moet voorkomen worden, dit kan de prestaties en de betrouwbaarheid van het
apparaat beïnvloeden. Maak de waterfilter regelmatig schoon om te voorkomen dat het apparaat
beschadigd door een verstopte filter.
•
Zorg dat het gebied rond het apparaat droog, schoon en geventileerd is. Maak de zijkant van de
warmtewisselaar regelmatig schoon zodat deze goed blijft werken en om energie te besparen.
•
Controleer of elk proces in het apparaat nog werkt, en de druk van het koelingssysteem. Onderhoud
dit goed en vervang het bijtijds.
•
Controleer de stroomtoevoer en de snoeren regelmatig, en onderhoud deze goed. Wanneer de
elektrische componenten niet goed werken of een rare geur afgeven moeten deze vervangen
worden.
•
Laat na gebruik al het water uit de warmtepomp en het watersysteem lopen om bevriezing van de
pomp en het systeem tegen te gaan. Laat al het water via de onderkant van de warmtepomp
weglopen als de apparaten lange tijd niet gebruikt zullen worden. U dient de apparaten grondig te
controleren en het systeem volledig met water te vullen, voordat u de warmtepomp weer inschakelt.
6.2 Overzicht probleemoplossing
STORING
BEDIENINGS
DISPLAY REDEN OPLOSSING
Water-in temp. sensor
storing
PP 01
De sensor is open of
kortsluiting
Controleer of vervang de sensor
Water-uit temp. sensor
storing
PP 02
De sensor is open of
kortsluiting
Controleer of vervang de sensor
Spoelsensor storing
(verwarmingsmodus)
PP 03
De sensor is open of
kortsluiting
Controleer of vervang de sensor
Retour gas sensor
storing
PP 04
De sensor is open of
kortsluiting
Controleer of vervang de sensor
Omgevingssensor
storing
PP 05
De sensor is open of
kortsluiting
Controleer of vervang de sensor
Teveel verschil tussen
water-in and water-uit
temp.
PP 06 Niet genoeg water Voeg meer water toe
Anti-vries onder
koelingsmodus
PP 07
Te lage
omgevingstemperatuur