135
9.
WERKINGSCONTROLES
9.1.
ZELF-DIAGNOSTISCHE FOUTMELDINGEN
Het display op het bedieningspaneel (foto 7) dient er
tevens voor eventuele actieve alarmmeldingen van
de machine met betrekking tot de werking van het
bedieningspaneel te melden; bij een foutmelding
wordt de code en een korte beschrijving van de
storing weergegeven.
Hieronder staat de lijst met foutmeldingen met de
bijbehorende diagnose:
Alarm codenummer
Betekenis
Oplossing
1.Tractiemotor uitgeschakeld
Ampèremetrische bescherming van
de tractiemotor
Controleer gebruiksmodus van de tractiefunctie.De
tractiemotor heeft een hoge werkstroom gedetecteerd.
2.Borstelmotor uitgeschakeld
Ampèremetrische bescherming van
de borstelmotor
Gebruiksmodus van de borstelfunctie controleren.Detecteert
blokkerende delen in borstels.
3.Zuigmotor uitgeschakeld
Ampèremetrische bescherming van
de zuigmotor
Controleer de absorptie van de vacuümmotor,De zuigmotor
heeft een verhoogde werkstroom gedetecteerd.
4.Tractiemotor l
2
t getriggerd
Ampèremetrische bescherming van
de tractiemotor
Controleer gebruiksmodus van de tractiefunctie.De
tractiemotor heeft een hoge werkstroom gedetecteerd.
5.Borstelmotor l
2
t getriggerd
Ampèremetrische bescherming van de
borstelmotor
Gebruiksmodus van de borstelfunctie controleren.Detecteert
blokkerende delen in borstels.
6.Zuigmotor l
2
t getriggerd
Ampèremetrische bescherming van
de zuigmotor
Controleer de absorptie van de vacuümmotor,De zuigmotor
heeft een verhoogde werkstroom gedetecteerd.
7.Borstelmotor schakelt uit
vanwege een versleten accu
Laagspanning
Lage spanning gedetecteerd op functieplaat (<90%).Controleer
de accu's en accuaansluitingen.
8.De zuigmotor schakelt uit
vanwege een versleten accu
Laagspanning
Lage spanning gedetecteerd op functieplaat (<80%).Controleer
de accu's en accuaansluitingen.
9.Machine stopt vanwege een
versleten accu
Laagspanning
Lage spanning gedetecteerd op functieplaat.Controleer de
accu's en accuaansluitingen.
10.Machine stopt vanwege een
te vol geladen accu
Overspanning
Overspanning gedetecteerd op functieplaat.Controleer de
accu's en accuaansluitingen.
11.Printplaattemperatuur te
hoog (tractie gestopt)
Besturingsprintplaat oververhit
(tractie gestopt)
Controleer absorptie van borstelmotor/tractiemotor
13.Printplaattemperatuur te
hoog (tractie verlaagd tot 50%)
Hoge temperatuur gedetecteerd op
besturingsprintplaat (tractie verlaagd
tot 50%)
Controleer absorptie van borstelmotor/tractiemotor
14.Storing vlotterschakelaar
Stopsignaal van vlotterschakelaar
Om vuilwatertank te legen
15.Startfout (sleutelschakelaar
aan met aanwezigheid gebruiker
ingedrukt)
Gebruiker heeft hendel ingedrukt
vóór de controle van de
besturingsprintplaat
Herstart schrobzuigmachine (duw de gebruikershendel niet
omlaag vóór de controle van de besturingsprintplaat)
16.In stand-by
Bedieningspaneel in pauzestand
vanwege uitzonderlijke stand-by
Herstart de schrobzuigmachine
18.C AN bus- communicatie
onderbroken
Geen communicatie met het
dashboard
Controleer de verbinding tussen de functionele printplaat en
het dashboard.
27.Tractiemotor losgekoppeld
Geen signaal van de tractiemotor
Controleer de aansluitingen en de status van de tractiemotor.
28.Accu-overstroom
Overspanning
Overspanning gedetecteerd op functieplaat.Controleer de
accu's en accuaansluitingen.
29.Lage accustroom
Laagspanning
Lage spanning gedetecteerd op functieplaat.Controleer de
accu's en accuaansluitingen.
Summary of Contents for Push Series
Page 108: ...108 8...
Page 109: ...109 7 3 12...
Page 110: ...110 6...
Page 111: ...111 5 2 10...
Page 112: ...112 4 4 35 10 50 30 95...
Page 113: ...113 3 5 1 CE CE 2 1 2...
Page 114: ...114 2 3 1 CE 4 1...
Page 115: ...115 1 1 1 1 1 2...
Page 118: ......
Page 119: ......
Page 180: ......