4
INSTRUCTIEHANDLEIDING VRIESKIST
LEES DE GEBRUIKSHANDLEIDING VOOR GEBRUIK GOED DOOR
TRANSPORT EN INSTALLATIE
1.
Zorg er bij het transport van de vriezer voor dat de hoek tussen het
meubel en de grond niet groter is dan 45°. Zet de vriezer ook nooit op zijn
kop.
2.
Gebruik uitstekende onderdelen, zoals de condensor aan de
achterkant, de deur of de scharnier, niet als draagpunten.
3.
Als de vriezer wordt geïnstalleerd of gebruikt moet al het
verpakkingsmateriaal (inclusief karton en plastic) worden verwijderd.
4.
Houd de vriezer stabiel om trillingen en geluiden te voorkomen.
5.
De vriezer moet worden geïnstalleerd op een plaats met een goede
ventilatie. Houd met het oog op de ventilatie een afstand van minimaal 10
cm aan tussen het meubel en de omringende muren.
6.
Om zo efficiënt mogelijk te koelen moet het meubel uit de buurt van warmtebronnen worden geplaatst
en mag het meubel niet in direct zonlicht komen.
7.
Installeer de vriezer op een droge plaats om te voorkomen dat er roest wordt gevormd die effect zou
kunnen hebben op de elektrische isolatie.
WAARSCHUWINGEN
1.
De vriezer moet correct worden geaard en mag niet worden aangesloten op de verwarmings- of
gasaansluiting.
2.
Neem bij schade aan elektrische draden en stekkers contact op met de aftersale-service. Probeer deze
schade niet zelf te verhelpen. Trek bij het uittrekken van de stekker aan de stekker zelf, niet aan de draden.
3.
Gebruik een geschikte automatische spanningsregelaar wanneer de spanning instabiel is.
4.
Zet voor het gebruik alvast de stroom op de vriezer om deze te testen. De vriezer kan worden gebruikt
tot de temperatuur na 30 minuten merkbaar daalt.
5.
Stel de gewenste temperatuur in via de regelaar, afhankelijk van de hoeveelheid opgeslagen etenswaren
en de omgevingstemperatuur.
6.
Zet voor u etenswaren in de vriezer doet de temperatuurregelaar op het laagste punt en laat de vriezer
zijn werk doen tot de temperatuur van het binnenvak -18
℃
is. Zet vervolgens de etenswaren in de vriezer.
Vervolgens kunt u na 12 uur de normale temperatuur instellen.
7.
Zet warm eten nooit direct in de vriezer; laat het eerst buiten de vriezer afkoelen.
8.
Verdeel de etenswaren in kleinere hoeveelheden voor u ze in de vriezer zet; elke afzonderlijke
hoeveelheid mag niet meer zijn dan de totale capaciteit van de vriezer (in liters) gedeeld door 20.
9.
Leg de vriezer niet helemaal vol; verdeel grote stukken vlees in kleinere hoeveelheden. Er moet
voldoende ruimte zijn tussen de etenswaren; zo kunnen deze beter worden gekoeld.
10.
Als de stroom moet worden uitgeschakeld, wacht dan minimaal vijf minuten voor u deze weer
inschakelt. Zo voorkomt u schade aan de compressor.
11.
De opgeslagen etenswaren moeten goed worden verpakt in een plastic zak om geurvermenging en
vochtverlies te voorkomen en om de hoeveelheid bevroren condens te verminderen.
12.
Bewaar nooit brandbare, explosieve of bijtende vloeistoffen of gassen in de vriezer en houd deze uit de
buurt.
13.
Bier, dranken, verse bloemen, medicijnen en injectiespuiten mogen niet in de vriezer worden gelegd.
14.
Zorg dat u de temperatuurregelaar op zijn laagste punt zet als u ijs of kant-en-klare diepvriesproducten
wilt bewaren.
