CLAGE
39
NL
5. Installatie
Het volgende in acht nemen:
• VDE 0100
• EN 806
• Bepalingen van de plaatselijke energie- en waterbedrijven
• Technische gegevens en gegevens op het typeplaatje
• Uitsluitend geschikt en onbeschadigd gereedschap gebruiken
• Installeer het toestel uitsluitend in een vorstvrije ruimte. Het toestel mag nooit aan
vorst worden blootgesteld.
• Het toestel is bestemd voor montage onder de tafel en moet verticaal met de aan-
sluitingen naar boven worden geïnstalleerd.
• Het toestel voldoet aan de veiligheidsklasse IP 24.
• Om warmteverlies te voorkomen moet de afstand tussen de doorstroomwaterver-
warmeren de kraan zo klein mogelijk zijn.
• Voor onderhoudswerkzaamheden moet in de toevoerleiding een afsluitkraan wor-
den geïnstalleerd. Het toestel moet toegankelijk zijn voor onderhoudswerkzaamhe-
den.
• Er kunnen koperen of stalen waterleidingen worden gebruikt. Kunststofleidingen
mogen alleen worden gebruikt als deze voldoen aan DIN 16893 regel 2. De warm-
waterleidingen moeten geïsoleerd zijn.
• De specifieke waterweerstand moet bij 15 °C minstens 1000 Ω cm bedragen. U kunt
de specifieke waterweerstand opvragen bij uw waterleverancier.
Montageplaats
1. Spoel voordat u het toestel installeert de watertoevoerleidingen grondig door om
vuil uit de leidingen te verwijderen.
2. Houd het toestel tegen de wand en markeer boven, onder, rechts en links het uit-
einde van de boorlijnen bij de kleine uitsparingen aan de rand van de behuizing
(zie afbeelding). Het montagesjabloon bevind zich op een uitneembaar blad in deze
handleiding.
3. Trek een verticale rechte lijn tussen de bovenste en de onderste markeringen (A–A).
4. Trek een horizontale rechte lijn tussen de rechter- en de linkermarkeringen (B–B).
5. De snijpunten van de lijnen komen overeen met de boorpunten.
6. Boor de gaten met een 6 mm-boor. Zet de pennen op hun plaats en maak de schroe-
ven vast. De schroeven moeten 5 mm uitsteken.
7. Hang het toestel op in de slobgaten aan de achterkant; het toestel moet vast klikken.
1. De waterleidingen aan de wateraansluitpunten van het toestel aansluiten m.b.v.
een ⅜ inch-pakking.
2. Open en sluit de bijbehorende warmwaterkraan meerdere keren totdat er geen
lucht meer uit de leiding komt en de doorstroomwaterverwarmer ontlucht is.
Toestel bevestigen
Toestel monteren
37
26
140
7
57
153
84
41
26
28
96
140