
A 2010 / 2001G
8.
Om het apparaat te gebruiken wordt het voedingssnoer volledig afgerold om te voorkomen dat het apparaat
oververhit kan raken.
9.
Het voedingssnoer moet regelmatig gecontroleerd worden om schade uit te sluiten. Is het voedingssnoer beschadigd,
dan moet het vervangen worden in een gekwalificeerd reparatiecentrum, om gevaarlijke situaties te voorkomen.
10.
Gebruik het apparaat niet als de stekker of het voedingssnoer beschadigd zijn, als het apparaat niet goed werkt, in
het water of op de grond gevallen is.
11.
Probeer nooit zelf het apparaat te repareren. Contacteer altijd de klantendienst of een gekwalificeerd
reparatiecentrum.
12.
Laat het apparaat niet onbewaakt achter wanneer het aangesloten is.
13.
Zorg ervoor dat het apparaat uit is (schakelaar op STOP) vooraleer het voedingssnoer aan te sluiten.
14.
Zorg ervoor dat het apparaat uit is (schakelaar op STOP) vooraleer het los te koppelen.
15.
Waak er altijd over dat een apparaat dat uitgezet is niet per ongeluk weer aangezet kan worden.
16.
Koppel het apparaat los na elk gebruik en laat het afkoelen vooraleer het schoon te maken, op te bergen of te
verplaatsen.
17.
Gebruik apparaten met een stopschakelaar niet als deze schakelaar niet goed werkt.
18.
Laat het voedingssnoer niet van een tafel of werkblad hangen. Voorkom dat het in contact komt met hete
oppervlakken.
19.
Hou het uit de buurt van warmtebronnen zoals radiators, om te voorkomen dat de onderdelen van plastic gaan
vervormen.
20.
Plaats uw apparaat altijd op een droog oppervlak.
21.
Niet buiten gebruiken.
22.
Deze eenheid mag niet ingeschakeld worden met een externe timer of een aparte afstandsbediening.
C.
GEBRUIK
1)
Specifieke veiligheidsvoorschriften
-
Om het apparaat te gebruiken moet u erover waken dat de werkplaats schoon, opgeruimd en goed verlicht is.
-
Zorg ervoor dat er geen ontvlambaar materiaal of materiaal dat kan ontploffen in de buurt aanwezig is.
-
Hou onbevoegde personen op afstand tijdens het starten van het apparaat.
-
Overbelast het apparaat niet. Gebruik het alleen op de voorziene manier.
-
Stel u stabiel en comfortabel op om het apparaat te gebruiken.
-
Verwijder alle gereedschap uit het werkbereik (sleutels, enz.) vooraleer het apparaat in te schakelen.
-
Voorkom dat het apparaat en het werkstuk gaan oververhitten.
-
Leid het voedingssnoer zodat het niet gegrepen kan worden door het apparaat.
-
Verwijder niet te veel materiaal in één keer. Ga bij voorkeur beetje bij beetje te werk en controleer af en toe de
vorderingen tijdens het slijpen.
-
Het apparaat mag maar door één persoon tegelijk gebruikt worden.
-
Let erop dat lichaamsdelen, kledingstukken of juwelen niet gegrepen en aangetrokken kunnen worden door de
draaiende onderdelen. Gebruik een haarnetje om lang haar samen te houden.
-
Ga altijd op een veilige afstand van de slijpschijf staan. Wacht tot de schijf tot stilstand gekomen is vooraleer de
werkstukken te verwijderen.
-
Laat het apparaat niet achter en laat het niet onbewaakt werken.
-
Gebruik alleen slijpstenen die in perfecte staat verkeren.
-
Het apparaat mag enkel in een omgeving vrij van olie gebruikt worden.
-
Bescherm tegen vorst of te lage temperaturen.
-
Na de slijpschijf uitgezet te hebben, nooit de handen of een voorwerp gebruiken om het af te remmen.
-
Vergeet niet dat de mobiele stukken zich ook achter de verluchtingsgaten kunnen bevinden.
-
Laat de motor maximaal drie minuten na elkaar werken en vervolgens 7 minuten afkoelen.
-
De verluchtingsgaten moeten altijd vrij zijn.
-
Controleer de slijpschijf vóór elk gebruik. Gebruik het apparaat niet als het stuk, gebarsten of beschadigd is. Hanteer
en bewaar de slijpschijf zorgvuldig.
-
Zorg ervoor dat de schijf correct geregeld en beveiligd is. Laat het apparaat aan lage snelheid draaien gedurende 30
seconden op een veilige plek. Stop het apparaat onmiddellijk als u problemen vaststelt.
-
De symbolen aangebracht op uw apparaat mogen niet verwijderd of afgedekt worden. De informatie op het apparaat
moet onmiddellijk vervangen worden als het niet meer leesbaar is.