11
NL
Bediening / Functies
1. Vacuum & Seal (Vacumeren & verzegelen)
Start het automatische proces van het vacumeren van de zak en verzegelt de zak automatisch
wanneer het vacumeren is voltooid.
2. Pulse vacuum (Pulserend vacumeren)
Druk op deze knop om het vacumeren te beginnen, laat de knop los om dit te stoppen. Dit proces
kan worden herhaald. Wanneer het gewenste vacuüm is bereikt, drukt u vervolgens op “Manual
Seal” om te verzegelen. Er kunnen een verschillende soorten vacuümdruk voor verschillende soorten
eten worden gekozen.
3. Verzegelingstijd
Drie instellingen voor het kiezen van de beste verzegelingstijd:
• ”Dry”: voor droge zakken en producten zonder vocht, korte verzegelingstijd (maakt gebruik van
de enkele sealbalk)
• ”Moist”: voor natte zakken of producten met een laag vochtgehalte, verlengde verzegelingstijd
(maakt gebruik van de enkele sealbalk)
• ”Double”: voor natte zakken of producten met een hoog vochtgehalte, verlengde
verzegelingstijd (maakt gebruik van de dubbele sealbalk)
• “Dry” is de standaardinstelling, voor droge zakken en een kortere verzegelingstijd.
4. Druk
Twee knoppen voor verschillende vacuümdruk:
• Normaal (“Normal”): voor producten die onder normale vacuümdruk worden verpakt
• Licht (“Gentle”): voor zachte, gemakkelijk plat te drukken producten waarbij minder vacuümdruk
is gewenst.
• De standaardinstelling is de normale vacuümdruk.
CN514_ML_A5_v6_20190513.indb 11
2019/5/13 17:45