28
Azimutale montage
Bij de azimutale montage zorg je ervoor, dat je je telescoop op- en neer en naar links en rechts kunt bewe-
gen, zonder het statief te verstellen. Met behulp van de azimutale vergrendeling en de schroeven voor de
fijnafstelling van de hoogte kun je je telescoop vastzetten, om een voorwerp te fixeren (d.w.z. vast in het
blikveld te hebben). Met behulp van de hoogte-fijnafstelling beweeg je de telescoop langzaam op en neer.
En als je de azimutale vergrendeling losmaakt, kun je hem ook naar links en recht draaien.
Voordat je kunt beginnen
Voordat je je telescoop kunt gebruiken, moet je de zoekverrekijker en de telescoop zelf op elkaar afstem-
men. Je moet de zoekverrekijker zo instellen, dat je hier hetzelfde door ziet als door het oculair van de
telescoop. Alleen zo kun je bij je observaties de zoekverrekijker gebruiken om de plaats waar iets zich
bevindt grof te bepalen en het voorwerp daarna uitvergroot door het oculair van de verrekijker te bekijken.
Zoekverrekijker en telescoop op elkaar afstemmen
Kijk door het oculair (15) van de telescoop en richt hem op een goed zichtbaar object (bijv. een kerktoren)
op enige afstand. Stel het beeld scherp met de scherpteregeling (7) zoals in Fig. 7a getoond.
Belangrijk:
Het object moet in het midden van het blikveld van het oculair te zien zijn.
Tip:
Draai de fixeerschroeven van de hoogte-fijnafstelling en de verticale as los, om de telescoop naar
rechts en links of naar boven en beneden te kunnen bewegen. Als je het object goed in het blikveld hebt,
kun je de fixeerschroeven weer vastdraaien, om de positie van de telescoop te fixeren. Nu ga je door de
zoekerverrekijker kijken. Je ziet het beeld van het object waar je op hebt gericht nu in een draadkruis. Het
beeld staat ondersteboven.
Opmerking:
Het beeld dat je door de zoeker ziet, staat op de kop, omdat het beeld door de optiek wordt
omgedraaid. Dat is normaal en geen fout.
Als het beeld dat je door de zoekverrekijker heen ziet, niet precies midden in het draadkruis staat (Fig. 7b),
draai je aan de afregelschroeven van de zoekverrekijker (3). Draai net zolang aan de schroeven, tot het
beeld in het midden van het draadkruis staat (Fig. 7c). Als je nu door het oculair (15) kijkt, moet je hetzelfde
beeld hebben als wanneer je door de zoekverrekijker kijkt (dat natuurlijk ondersteboven staat).
Belangrijk:
Pas wanneer beide beelden gelijk zijn, zijn de zoekverrekijker en de telescoop goed op elkaar
afgestemd.
TIPS voor reiniging
• Reinig de lenzen (oculair en/of objectief) alleen met een zachte en pluisvrije doek (b. v. microvezel). Druk
niet te hard op de doek om het bekrassen van de lens te voorkomen.
• Om sterke bevuiling te verwijderen kunt u de poetsdoek met een brillenreinigingsvloeistof bevochtigen
en daarmee de lens poetsen zonder veel kracht te zetten.
• Bescherm het toestel tegen stof en vocht! Laat het toestel na gebruik – zeker bij hoge luchtvochtigheid
– enige tijd op kamertemperatuur acclimatiseren zodat alle restvocht geëlimineerd wordt.