3. Voor een optimale beveiliging installeert u alle
vertrekken en gangen minstens één rookmelder.
4. Omdat rook naar boven stijgt, moeten de rook-
melders altijd op het plafond, en het best in het
midden van het plafond in horizontale positie
gemonteerd worden. Overeenkomstig DIN EN
14676 moeten een afstand van minstens 0,5 m
tot alle bouwelementen op het plafond en op de
wanden bewaard worden.
5. Monteer de rookmelder niet in het nok van een
dak (maar minstens 30 tot 50 cm eronder), niet
in de buurt van luchtschachten en niet op plek-
ken met sterke luchtaanzuiging.
Te vermijden installatieplekken
1. Gevaarlijke omgevingen, bv. in de buurt van
inlaatroosters van airconditioners of ventilatie-
ingangen.
2. Badkamers, douches of in ruimtes waar de
temperatuur hoger dan 39 °C of lager dan 0 °C
kan zijn.
3. Het nok van een dak, want daar kan zich bij
brand rookvrij lucht opstapelen.
4. Keukens, garages, wasruimtes of verwarmings-
ruimtes waar kookdampen, autogassen, stof en
vochtigheid een vals alarm kunnen uitlokken.
5. Heel stoffige of vuile ruimtes. Daar kan zich
namelijk vuil en stof op de rookmelder
opstapelen en de werking aantasten.
37
RM L 3100
Gebruiksaanwijzing
086215 Rauchwarnmelder RM L 3100.qxp_086215 BA_Rauchwarnmelder RM L 3100 14.03.17 16:52 Seite 37