nl
86
86
Extra functies *
*
niet bij alle modellen
Inweken *
Het extra programma inweken loopt vóór
het hoofdprogramma af. In dit extra
programma kan in de onderste servieskorf
serviesgoed (bijv. pannen, schalen etc.)
worden ingeweekt en voorgespoeld. Als u
wilt inweken moet u vóór het starten van
het programma de toets „Inweken”
indrukken. Wij raden u aan ca. 5 g
afwasmiddel extra op de deur van het
apparaat te strooien.
Tijdverkorting *
Door de toets „Tijdverkorting” in te drukken
worden de droogfase en de afwastijd
verkort. Het afwas- en droogresultaat
worden door de tijdverkorting verminderd.
Afwassen in de bovenste
servieskorf *
Bij een kleine afwas (bijv. glazen, kopjes,
borden) vult u alleen de bovenste
servieskorf en schakelt u het programma
„bovenste servieskorf” in. Hierbij moet de
onderste servieskorf leeg zijn. Om af te
wassen iets minder afwasmiddel
gebruiken dan wordt aangeraden bij een
volle belading van de afwasautomaat.
Afwassen in de onderste
servieskorf *
Bij een kleine afwas (bijv. borden, pannen,
schalen) vult u alleen de onderste
servieskorf en schakelt u het programma
„onderste servieskorf” in. Hierbij moet de
bovenste servieskorf leeg zijn. Om af te
wassen iets minder afwasmiddel
gebruiken dan wordt aangeraden bij een
volle belading van de afwasautomaat.
Schoonmaken
en onderhoud
Regelmatige controle en onderhoud van
het apparaat dragen ertoe bij defecten te
voorkomen. Dit bespaart u tijd en ergernis.
Daarom moet u af en toe de
afwasautomaat goed controleren.
Algemene toestand van de
machine
Spoelruimte controleren op aanslag van
vet en kalk.
Als u zulke aanslag aantreft:
afwasmiddelbakje met afwasmiddel
vullen. Het apparaat zonder
serviesgoed in het programma met de
hoogste afwastemperatuur starten.
Deurafdichting schoonmaken:
de deurafdichting regelmatig met een
vochtig doekje afnemen om resten vuil
te verwijderen.
Speciaal zout
Controleer de indicatie zout bijvullen
5
.
Indien nodig zout bijvullen.
Glansspoelmiddel
Controleer de indicatie glansspoelmiddel
bijvullen op het bedieningspaneel
6
resp. de indicatie in het voorraadreservoir
29
. Indien nodig glansspoelmiddel
bijvullen.
Zeven
De zeven
25
zorgen ervoor dat grove
etensresten in het spoelwater niet in de
afvoerpomp terechtkomen. Door deze
etensresten kunnen de zeven verstopt
raken.
Het zeefsysteem bestaat uit een
zeefcylinder, een vlakke fijne zeef en –
afhankelijk van het type apparaat –
tevens uit een microzeef (*).
Na elke afwasbeurt de zeven op
etensresten controleren.
Na het losdraaien van de zeefcylinder
kunt u het zeefsysteem eruit halen.
Etensresten verwijderen en de zeven
onder stromend water schoonmaken.