nl
82
82
Intensief drogen
Door de functie „intensief drogen” te
activeren bereikt u door een hogere
temperatuur tijdens het naspoelen een
nog beter droogresultaat.
Programmatoets A ingedrukt houden
en de hoofdschakelaar
1
inschakelen.
Beide toetsen loslaten.
Op de cijferindicatie
3
knippert een
(aan) of een
(uit).
Om de instelling te veranderen de
programmatoets A indrukken.
Hoofdschakelaar
1
uitschakelen.
De instelling blijft in het geheugen
opgeslagen.
Schoonmaken en
onderhoud
Regelmatige controle en onderhoud van
het apparaat dragen ertoe bij defecten te
voorkomen. Dit bespaart u tijd en
ergernis. Daarom moet u af en toe de
afwasautomaat goed controleren.
Algemene toestand van de
machine
Spoelruimte controleren op aanslag van
vet en kalk.
Als u zulke aanslag aantreft:
machine met afwasmiddel grondig
doorspoelen.
Speciaal zout
Controleer de indicatie zout bijvullen
7
.
Indien nodig zout bijvullen.
Glansspoelmiddel
Controleer de indicatie glansspoelmiddel
bijvullen op het bedieningspaneel
8
resp. de indicatie in het voorraadreservoir
29
. Indien nodig glansspoelmiddel
bijvullen.
Zeven
De zeven
25
zorgen ervoor dat grove
etensresten in het spoelwater niet in de
afvoerpomp terechtkomen. Door deze
etensresten kunnen de zeven verstopt
raken.
Het zeefsysteem bestaat uit een
zeefcylinder, een vlakke fijne zeef en –
afhankelijk van het type apparaat –
tevens uit een microzeef (*).
Na elke afwasbeurt de zeven op
etensresten controleren.
Na het losdraaien van de zeefcylinder
kunt u het zeefsysteem eruit halen.
Etensresten verwijderen en de zeven
onder stromend water schoonmaken.