Nederlands |
55
Punt- en lijnlaser
GCL 2-50 G
Laserlijnen
– Lasertype
500−540 nm, < 10 mW
– C
6
10
– Divergentie
50 × 10 mrad (volledige
hoek)
Laserpunten
– Lasertype
500−540 nm, < 1 mW
– C
6
1
– Divergentie
0,8 mrad (volledige hoek)
Compatibele laserontvanger
LR 7
Statiefopname
1/4"
Batterijen
4 × 1,5 V LR6 (AA)
Gewicht volgens
EPTA-Procedure 01:2014
0,58 kg
Afmetingen (lengte × breedte × hoogte)
– zonder houder
126 × 63 × 115 mm
– met draaihouder RM 10
145 × 63 × 180 mm
Beschermklasse
IP 64
A) Het werkbereik kan door ongunstige omgevingsomstandighe-
den (bijv. direct zonlicht) verminderd worden.
B) bij
20–25
°C
C) De opgegeven waarden gelden bij normale tot gunstige omge-
vingsomstandigheden (bijv. geen trillingen, geen mist, geen
rook, geen direct zonlicht). Na sterke temperatuurschommelin-
gen kan de nauwkeurigheid afwijken.
D) Er ontstaat slechts een niet geleidende vervuiling, waarbij ech-
ter soms een tijdelijke geleidbaarheid wort verwacht door be-
dauwing.
Het productnummer
(10)
op het typeplaatje dient voor een ondubbel-
zinnige identificatie van uw meetgereedschap.
Montage
Batterijen plaatsen/verwisselen
Voor het gebruik van het meetgereedschap wordt het ge-
bruik van alkali-mangaanbatterijen aanbevolen.
Voor het openen van het batterijvakdeksel
(8)
duwt u de ver-
grendeling
(7)
naar boven en neemt u het batterijvakdeksel
weg. Plaats de batterijen.
Let er hierbij op dat de polen juist worden geplaatst volgens
de afbeelding op de binnenkant van het batterijvak.
De batterij-aanduiding
(2)
toont altijd de actuele batterijsta-
tus.
Als de batterijen zwak worden, dan wordt de helderheid van
de laserlijnen langzaam minder.
Als de batterijen bijna leeg zijn, blijft de batterij-aandui-
ding
(2)
knipperen. De laserlijnen knipperen om de 5 minu-
ten gedurende 5 seconden.
Als de batterijen leeg zijn, dan knipperen de laserlijnen en de
batterij-aanduiding nog één keer voordat het meetgereed-
schap wordt uitgeschakeld.
Vervang altijd alle batterijen tegelijk. Gebruik alleen batterij-
en van één fabrikant en met dezelfde capaciteit.
u
Haal de batterijen uit het meetgereedschap, wanneer
u dit langere tijd niet gebruikt.
De batterijen kunnen bij
een langere periode van opslag in het meetgereedschap
corroderen en zichzelf ontladen.
Gebruik
Ingebruikname
u
Bescherm het meetgereedschap tegen vocht en fel
zonlicht.
u
Stel het meetgereedschap niet bloot aan extreme tem-
peraturen of temperatuurschommelingen.
Laat het
bijv. niet gedurende langere tijd in de auto liggen. Laat het
meetgereedschap bij grotere temperatuurschommelin-
gen eerst op temperatuur komen en voer vóór het verder
werken altijd een nauwkeurigheidscontrole uit (zie
„Mauwkeurigheidscontrole van het meetgereedschap“,
Pagina 56).
Bij extreme temperaturen of temperatuurschommelingen
kan de nauwkeurigheid van het meetgereedschap nadelig
beïnvloed worden.
u
Vermijd krachtige stoten of vallen van het meetge-
reedschap.
Na sterke invloeden van buitenaf op het
meetgereedschap, moet u altijd vóór het opnieuw gebrui-
ken hiervan een nauwkeurigheidscontrole uitvoeren (zie
„Mauwkeurigheidscontrole van het meetgereedschap“,
Pagina 56).
u
Het meetgereedschap tijdens transport uitschakelen.
Bij het uitschakelen wordt de pendeleenheid vergren-
deld. Anders kan deze bij heftige bewegingen beschadigd
raken.
In-/uitschakelen
Voor het
inschakelen
van het meetgereedschap schuift u de
aan/uit-schakelaar
(4)
naar de stand „
On
“. Het meetgereed-
schap zendt direct na het inschakelen laserstralen uit de
openingen
(1)
.
u
Richt de laserstraal niet op personen of dieren en kijk
zelf niet in de laserstraal, ook niet vanaf een grote af-
stand.
Het meetgereedschap kan altijd met een laserontvan-
ger
(19)
worden gebruikt.
Voor het
uitschakelen
van het meetgereedschap schuift u
de aan-/uit-schakelaar
(4)
in stand
Off
. Bij het uitschakelen
wordt de pendeleenheid vergrendeld.
u
Laat het ingeschakelde meetgereedschap niet onbe-
heerd achter en schakel het meetgereedschap na ge-
bruik uit.
Andere personen kunnen door de laserstraal
verblind worden.
Bij het overschrijden van de maximaal toegestane gebruiks-
temperatuur van
45
°C volgt een uitschakeling ter bescher-
ming van de laserdiode. Na het afkoelen is het meetgereed-
schap weer gereed voor gebruik en kan het opnieuw worden
ingeschakeld.
Bosch Power Tools
1 609 92A 5EN | (20.03.2020)