Nederlands |
85
Bosch Power Tools
1 609 929 N94 | (3.9.08)
– Zet het elektrische gereedschap met gemon-
teerd freesgereedschap op het te bewerken
werkstuk en schakel het elektrische gereed-
schap in.
– Duw de ontgrendelingshendel
16
omlaag en
geleid de bovenfrees langzaam omlaag tot de
ingestelde freesdiepte bereikt is. Laat de
ontgrendelingshendel
16
weer los om deze
invaldiepte vast te zetten.
– Voer de freesbewerking met een gelijkmatige
voorwaartse beweging uit.
– Geleid na beëindiging van de freesbewerking
de bovenfrees in de bovenste stand terug.
– Schakel het elektrische gereedschap uit.
Frezen met hulpgeleider (zie afbeelding D)
Voor het bewerken van grote werkstukken of bij
het frezen van groeven kunt u een plank of een
plint als hulpgeleider op het werkstuk bevesti-
gen en de bovenfrees langs de hulpgeleider be-
wegen. Geleid de bovenfrees aan de afgevlakte
zijde van de glijplaat langs de hulpgeleider.
Kanten- en vormfrezen
Bij het kanten- en vormfrezen zonder parallelge-
leider moet het freesgereedschap zijn voorzien
van een pen of lager.
– Geleid het ingeschakelde elektrische gereed-
schap van opzij naar het werkstuk tot de pen
of het lager van het freesgereedschap tegen
de te bewerken rand van het werkstuk ligt.
– Geleid het elektrische gereedschap met bei-
de handen langs de rand van het werkstuk.
Let er daarbij op dat het gereedschap onder
de juiste hoek op het werkstuk ligt. Te sterke
druk kan de rand van het werkstuk beschadi-
gen.
Frezen met parallelgeleider (zie afbeelding E)
Duw de parallelgeleider
26
met de geleidings-
stangen
27
in de voetplaat
14
en draai deze met
de vleugelschroeven
10
overeenkomstig de ver-
eiste maat vast. Met de vleugelschroeven
28
en
29
kunt u de parallelgeleider bovendien in de
lengte instellen.
Met de draaiknop
30
kunt u na het losdraaien
van beide vleugelschroeven
28
de lengte fijn in-
stellen. Een slag komt daarbij overeen met een
verstelweg van 2,0 mm. Een van de maatstreep-
jes op de draaiknop
30
komt overeen met een
verandering van de verstelweg van 0,1 mm.
Met de aanslaglijst
31
kunt u het effectieve aan-
legvlak van de parallelgeleider veranderen.
Geleid het ingeschakelde elektrische gereed-
schap met gelijkmatige voorwaartse beweging
en zijwaartse druk op de parallelgeleider langs
de rand van het werkstuk.
Bij het frezen met de parallelgeleider
26
moet
de afzuiging van stof en spanen plaatsvinden via
de speciale afzuigadapter
32
. De afzuigadapter
24
kan gemonteerd blijven.
Frezen met freescirkel (zie afbeelding F)
Voor ronde freeswerkzaamheden kunt u de free-
scirkel/geleiderrailadapter
33
gebruiken. Mon-
teer de freescirkel zoals op de afbeelding ge-
toond.
Draai de centreerschroef
38
in de schroefdraad
van de freescirkel. Plaats de schroefpunt in het
middelpunt van de te frezen cirkelboog en let er
daarbij op dat de schroefpunt in het materi-
aaloppervlak grijpt.
Stel de gewenste radius grof in door de freescir-
kel te verschuiven en draai de vleugelschroeven
35
en
36
vast.
Met de draaiknop
37
kunt u na het losdraaien
van de vleugelschroef
36
de lengte fijn instellen.
Een slag komt daarbij overeen met een verstel-
weg van 2,0 mm. Een van de maatstreepjes op
de draaiknop
37
komt overeen met een verande-
ring van de verstelweg van 0,1 mm.
Geleid het ingeschakelde elektrische gereed-
schap met de rechter handgreep
1
en de greep
voor de freescirkel
34
over het werkstuk.
Frezen met geleidingsrail (zie afbeelding G)
Met behulp van de geleidingsrail
40
kunt u in
een rechte lijn frezen.
Om het hoogteverschil te compenseren, dient u
de afstandsplaat
39
te monteren.
Monteer de freescirkel/geleidingsrailadapter
33
zoals in de afbeelding getoond.
OBJ_BUCH-622-002.book Page 85 Wednesday, September 3, 2008 11:45 AM